Ons Erfdeel. Jaargang 36
(1993)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 731]
| |
Het ongecompliceerde expressionisme van Fred Bervoets
| |
[pagina 732]
| |
Fred Bervoets, ‘Zelfportret in de vroege morgen’, 1974, kast, 225 × 155 cm.
Het Picturaal Verlangen/Le Désir Pictural in de Brusselse galerij Isy Brachot. En hetzelfde jaar wijdde het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen een eerste retrospectieve aan het werk van Bervoets.Ga naar eind(1) In een begeleidend essay wees criticus Wim van Mulders toch op de oppervlakkige verwantschap van Fred Bervoets met het modieuze neoexpressionisme. Na het overlijden van vriend en vaandrig Jan Cox in 1981 werd Bervoets vanzelfsprekend door De Zwarte Panter als het nieuwe boegbeeld van de galerij vooruitgeschoven. De officiële erkenning volgde spoedig. In 1983 vertegenwoordigde hij België op de Biënnale van Sao Paulo en in 1991 ontving hij de Staatsprijs voor Beeldende Kunsten. In 1992 wijdde het Provinciaal Museum voor Moderne Kunst te Oostende opnieuw een veelomvattende retrospectieve aan zijn werk.Ga naar eind(2) De ‘Fred’ geniet zelfs bij een wat breder publiek een bepaald soort populariteit - als notoire nachtbrakers cultiveren de kunstenaar en zijn entourage enthousiast het romantische beeld van de bohémien. Het internationale succes dat tien jaar geleden blijkbaar voor het grijpen lag, blijft echter uit, niettegenstaande de onverdroten inzet van galeriehouder Adriaan van Raemdonck en de commerciële expansie van de internationale kunstmarkt, waarvan zovele generatie- en landgenoten van Bervoets kunnen genieten. Het succes van het neo-expressionisme betekende voor Bervoets stellig meer dan alleen maar een aanmoediging om driftig te blijven schilderen. Toch kan of wil hij geen belangstelling opbrengen voor de problemen (of schijnproblemen) waarmee zijn collega's in binnenen buitenland worstelen. De picturale mode van vijf jaar geleden was immers een maniërisme, een pseudo-expressionisme. Bervoets gelooft evenwel dat hij al schilderend de essentie van het menselijk bestaan kan accentueren, zoniet openbaren, door een drastisch-willekeurige vervorming van de werkelijkheid die de ware aard der dingen ontmaskert, die gelijktijdig getuigt van een authentieke emotionele bewogenheid, en diezelfde ontroering ook bij de toeschouwer wil provoceren. Wat voor soort werk Bervoets in de loop van | |
[pagina 733]
| |
25 jaar ook heeft gecreëerd - Cobra's, Spagetti's, Totems, Kasten, Grijzen, Zwarten, Littekens of Witten - het document humain blijft zijn streefdoel. De voor- en naoorlogse expressionistische stromingen vormen dan ook ongegeneerd zijn exclusief referentiepunt. Hoewel hij zich in zijn jongste werken wel eens laat meeslepen door de oeverloze motoriek en de impulsieve associaties van het scheppingsproces gaat het hem in wezen niet om een surrealistische conceptie van het kunstwerk. Vooral de iconografische teneur van zijn werk bewijst, dat het toeval misschien wel de vorm van een tafereel kan beïnvloeden, maar dat de spontaneïteit van de realisatie niet fundamenteel is voor zijn artistieke conceptie. Zijn schilderijen zijn interpretaties van de werkelijkheid, ze verwijzen naar de ervaringen van de auteur. Ieder voorval - een bericht over de oorlog in Vietnam, een dronkemanstwist, de opmerking van een vriend - kan
Fred Bervoets, ‘Zelfportret als kerstboom’ 1985, acryl op papier, 110 × 75 cm.
Fred Bervoets, ‘Nevada John’ 1991, ets, 200 × 280 cm.
de aanleiding vormen om breedvoerig akelige taferelen te schetsen die bol staan van de overdrijvingen. Bervoets' wereld is niet rooskleurig. Steeds weer ontmoeten we de meest obscene gedrochten, die elkaar in gammele composities gruwelijk verminken. Nooit ontsnappen deze schamele wezens aan hun onbedwingbare, noodlottige driften. De reputatie van Fred Bervoets is gevestigd op kolossale, delirische schilderijen. Het formaat en de schilderkunstige bravoure, die mij meer dan eens teleurstelt, zetten zijn puberale obsessie om te epateren al te vaak al te dik in de verf. Daarentegen vormen de monumentale etsen een verademing. Deze prenten werden volgens een onorthodoxe werkwijze rechtstreeks in de plaat geschilderd. Na het afdrukken worden de bladen weer samengevoegd tot een groter geheel en spaarzaam bijgekleurd. In deze werken blijven de ‘rammelende’ overdaad aan smakeloze details en de griezelige al te theatrale anekdotiek ondergeschikt aan de krachtige eenvoud van het medium. |