Grensoverschrijdende samenwerking tussen West-Vlaanderen, Henegouwen en Noord-Frankrijk
Op 13 en 14 mei 1993 werd op initiatief van het Europees Parlement in Kortrijk een Colloquium gehouden over de ‘Frans-Belgische grensoverschrijdende samenwerking’. Aan dit colloquium namen ook vertegenwoordigers deel van de regio Nord-Pas-de-Calais, de Vlaamse Gemeenschap en het Waals Gewest en van de provincies West-Vlaanderen en Henegouwen. De tentoonstelling, waarop een dertigtal organisaties die grensoverschrijdend actief zijn, zich presenteerden, werd geopend door Egon A. Klepsch, voorzitter van het Europees Parlement.
De deelnemers werden op vrijdag 14 mei verwelkomd door Mevrouw M.-Cl. van der Stichele, Bestendig Afgevaardigde van de Provincie West-Vlaanderen. Zij wees erop dat minstens 75 publieke of particuliere organisaties betrokken zijn bij grensoverschrijdende initiatieven tussen West-Vlaanderen, Henegouwen en Noord-Frankrijk. De contacten tussen West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk zijn de laatste jaren geïntensiveerd. Voor de provincie West-Vlaanderen zag mevrouw Van der Stichele twee sporen waarlangs deze contacten zich ontwikkelen. Enerzijds is er het samenwerkingsakkoord tussen de provincie en het Département du Nord en anderzijds is er Interreg, het Europees samenwerkingsprogramma voor de Frans-Belgische grenszone. In het kader van Interreg waren er op dat ogenblik al 42 projecten goedgekeurd.
Jozef Deleu hield een toespraak over ‘de veelzijdigheid van grenzen’. Na de betekenis van grensoverschrijdende activiteiten te hebben benadrukt, stelde hij, dat als men wil vermijden dat de Europese eenwording felle nationalistische en sociale reacties uitlokt, men nu allereerst aandacht moet besteden aan de sociale en de culturele sector.
Daarna splitste de vergadering zich in vijf werkgroepen: Interreg, regionale televisie, samenwerking op socio-economisch gebied, milieu, ruimtelijke ordening en onderwijs en cultuur.
De bijeenkomst werd besloten met een toespraak van de drie toppolitici van de betrokken regio's: Mevrouw M.-C. Blandin, voorzitter van de Conseil Régional Nord-Pas-de-Calais, G. Spitaels, voorzitter van het Waalse Gewest en L. van den Brande, voorzitter van de Vlaamse Regering.
Interessant aan deze vergadering was dat in de werkgroepen specialisten uit de drie regio's samen werden gebracht en er zo een aantal interessante voorstellen werden geformuleerd. In de werkgroep regionale televisie werd b.v. de suggestie gedaan dat elke regionale zender een programma zou maken over zijn eigen streek, maar in de taal van de andere zender. Die programma's zouden dan uitgewisseld worden. Een opvallende vaststelling was ook dat er nogal wat grensoverschrijdende samenwerking bestaat tussen West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk en tussen Henegouwen en de regio Nord-Pas-de-Calais, maar dat de samenwerking tussen West-Vlaanderen en Henegouwen heel wat moeilijker verloopt. Dat heeft weinig te maken met de traditionele Vlaams-Waalse tegenstellingen, maar meer met structurele en juridische obstakels op het Europese vlak, waardoor samenwerking tussen regio's binnen één bepaald land moeilijker verloopt.