Beeldende kunst
Retrospectieve Vic Gentils
De retrospectieve tentoonstellingen van het oeuvre van Vic Gentils, eerst in Antwerpen en daarna in Venlo, hebben vrijwel voor iedereen duidelijk gemaakt dat Gentils een kunstenaar is die ten onrechte in de schaduw van een assertieve jonge generatie collega's werd gedrongen. Op deze exposities is gebleken hoe organisch zijn artistieke evolutie is verlopen en wat een som van poëzie, zeggingskracht en ironie dit oeuvre omvat. Gentils (
o1919) is begonnen als schilder, aanvankelijk in het spoor van de expressionisten en later zoekend naar een eigen plastische taal via de wegen van het informele, het neosurrealisme en het non-figuratieve. De kleine selectie schilderijen uit de beginperiode waarmee de tentoonstellingen openden, gaf een duidelijk beeld van dat - haast wanhopig - zoeken
Vic Gentils, ‘Muzikaal reliëf, 1963.
naar een eigen stijl. Dat Gentils zich daarvan bewust was, blijkt uit het feit dat hij, parallel met het schilderen, experimenteerde met allerlei extra-picturale materialen zoals metaal, papiermaché, plexi en oude grammofoonplaten die gesmolten werden. Achteraf gezien was het, los van deze experimenten, toen al te merken dat hij zocht naar een driedimensionale uitdrukkingsmogelijkheid. Opvallend is dat zijn laatste schilderij uit die periode, ‘Christus op de berg Tabor’, een reliëfachtige opbouw vertoont, waardoor het als een scharnierwerk voor zijn latere evolutie beschouwd kan worden. Na dit, voorlopig laatste schilderij begint dan ook een nieuwe periode, waarin hij haast definitief voor afvalmaterialen kiest. Die keuze moet gezien worden in het kader van materiële omstandigheden alsook vanuit de tijdsgeest. Op het einde van de jaren vijftig stelt men vast dat haast overal kunstenaars op zoek zijn naar materialen die niet meer tot het klassieke arsenaal behoren, en dat zij daarmee een uitdrukkingskracht willen oproepen die niet binnen het traditionele patroon bereikt kan worden. Het avontuur dat Gentils aangaat, kadert binnen die optiek en vanaf het begin - wanneer hij houten latten samenbrengt tot composities - verwijdert hij zich voorzichtig en stelselmatig van het platte vlak. Na de eenvoudige en verweerde latten volgt een reeks werken die opgebouwd worden met fragmenten van oude, vergulde schilderijenlijsten. Een essentieel verschil met de vorige periode is dat deze lijsten niet meer op een drager worden bevestigd maar dat zij zelfstandig functioneren als een entiteit. Door hun verticale constructie roepen zij vaak het beeld op van kathedralen en zij vertonen er ook de monumentaliteit van. Een nieuw materiaal dat zich daarna aandient, zijn oude piano's die uiteen gehaald worden en waarvan zowel de toetsen, de vilten, de hamertjes als de pedalen gebruikt worden. Deze periode, die een van de meest vruchtbare