afwijken van de straffen die het federale wetboek voorschrijft. De resterende bevoegdheden worden toegekend aan de deelstaten, maar dit principe moet nader worden uitgewerkt.
Brabant wordt gesplitst in twee provincies: Vlaams- en Waals-Brabant. De bevoegdheden van Hoofdstad-Brussel worden toegekend aan het Brusselse Gewest.
De financieringswet die de deelstaten inkomsten bezorgt uit de federale schatkist, wordt niet ingrijpend gewijzigd, maar de deelstaten krijgen wel nieuwe fiscale middelen, o.m. de opbrengst van het kijk- en luistergeld.
In de rand van de grondswetsherziening werden nog een aantal andere beslissingen getroffen. Er komt een nieuwe zetelverdeling voor het Europees Parlement: 14 voor de Vlamingen, 10 voor de Franstaligen en 1 voor de Duitstalige gemeenschap. Een grondwetsartikel voert de openbaarheid van bestuur in. Het toezicht op de naleving van de taalwetten wordt verscherpt. Het kieswetboek wordt gewijzigd. Provincieraadsleden worden voortaan voor zes jaar verkozen en op dezelfde dag als de gemeenteraadsleden. Al die bepalingen vergen nadere uitvoeringswetten en - besluiten.
Komt met deze grondwetsherziening een einde aan de hervorming van de Belgische staat?
In zijn Troonrede van 9 augustus 1993 zei koning Albert II tot de Verenigde Kamers: ‘U hebt kort geleden de staatshervorming voltooid, waardoor België een federale staat is geworden. Ik vraag u de nieuwe instellingen waar te maken en ze optimaal te doen werken in een geest van samenhorigheid en goede wil, van verdraagzaamheid en federale burgerzin’.
Ondervraagd over die verklaring antwoordde premier Jean-Luc Dehaene op 14 augustus 1993 in een interview met de krant De Morgen: ‘Ik kan de wenk emotioneel begrijpen, maar het leven gaat voort. De laatste hervorming is een belangrijke stap om het geheel van de instellingen te redden, maar niemand kan beletten dat ze evolueren. Instellingen worden nog altijd door mensen gemaakt’.
Het lijkt er inderdaad op, dat er geen stilstand komt. Vlaamse politici hebben vragen bij de verdeling van het geld voor de gezondheidszorg over de deelstaten en spreken van een ‘miljarden-benadeling’. Een splitsing van de sociale zekerheid lijkt echter voorlopig voor Wallonië onbespreekbaar.
Andere geschilpunten betreffen de taalkundig-bestuurlijke onschendbaarheid van het Vlaamse territorium, die niet door alle Franstaligen wordt aanvaard, en de positie van de Franstaligen in het (Vlaams-Brabantse) randgebied van Brussel. Aan Vlaamse zijde blijft men aandringen op de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde voor de verkiezing van de Kamer, de Senaat en het Europese Parlement. De nationalistische Volksunie die de staatshervorming heeft helpen goedkeuren, heeft kritiek op het, volgens haar, overdreven bevoegdheidspakket en de hybride samenstelling van de Senaat.
Wanneer de deelstaten over een rechtstreeks verkozen Parlement zullen beschikken, dat helemaal los staat van het federale Parlement, kan vandaaruit een eigen dynamiek worden ontwikkeld, die het federaliseringsproces verder voortstuwt. De staatshervorming is niet af.