Schiltz en de staatshervorming
De Vlaamse Beweging is steeds een verdeelde beweging geweest. Reeds in de negentiende eeuw bestond er naast een katholieke vleugel een vrijzinnige. Klein-Vlaams stond tegenover Grootnederlands. Na de Eerste Wereldoorlog nam de verscheidenheid aan meningen en programma's nog toe: bestuurlijke scheiding, cultureel zelfbestuur, federalisme, separatisme enz. Uiteindelijk gingen er twee stromingen domineren. De minimalistische of unitaristische ging ervan uit, dat het Vlaamse volk via zijn numerieke meerderheid op termijn de Belgische Staat zou overheersen, en dat die Staat dan ook unitair diende te blijven. De maximalistische of federalistische visie hield in, dat de emancipatie van de Vlamingen het beste zou kunnen plaatsvinden in een gefederaliseerd België, waarin de ene taalgemeenschap de andere niet zou kunnen overtroeven. De tweede opvatting werd doorslaggevend bij de staatshervorming, zoals die sedert 1970 is doorgevoerd. Zij wordt aan nationalistische zijde vooral verdedigd door de Antwerpse politicus Hugo Schiltz, Kamerlid sedert 1965 en vice-premier in het kabinet-Martens VIII (1988-1991).
Niet iedereen in de Vlaamse Beweging is het met hem eens. Tot de felste tegenstanders behoort de publicist Mark Grammens, die in 1990 met zijn boek Gedaan met geven en toegeven de federalistische staatshervorming veroordeelde. Schiltz heeft daarop gereageerd met een opvallend pamflet Gedaan met treuren en zeuren waarin hij zich rechtstreeks tot Grammens richt en hem o.m. beschuldigt van intellectuele oneerlijkheid en ‘misleidende scherpslijperij’. De benadering doet denken aan Marsman: vanbuiten ijs, vanbinnen vuur. De redenering en de argumentatie blijven onderkoeld; de motivering en de overtuiging zijn hartstochtelijk heet.
De democratische, reformistische nationalist stelt, dat de staatshervorming, waaraan hij heeft meegewerkt, niet is mislukt: ‘Buiten en boven de detaildiscussies staat het feit, dat de federalisering van 1988 de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse volk enorm veel méér macht en middelen heeft gegeven dan ze voor dat jaar hadden’.
Schiltz wijst het separatisme af. Hij komt op voor een pragmatische hervorming waardoor Vlaanderen, in een goede verstandhouding met Wallonië, geleidelijk en steeds autonomer afstevent op een nieuwe, continentale ordening, die niemand voorlopig echt helder voor ogen staat.
De ideeën van Schiltz zijn bekend. Ze werden reeds eerder, in boekvorm, uiteengezet, en de politicus licht ze nog geregeld toe in zijn maandblad Vlaanderen Morgen. Het boekje voegt niets nieuws toe, maar zorgt wel voor een voortreffelijke synthese.
Is de visie van Grammens die van de revolutionaire publicist, Hugo Schiltz blijft de staatsman met politieke verantwoordelijkheid.
Manu Ruys
hugo schiltz, Gedaan met treuren en zeuren, Kritak, Leuven, 51 p.