De reeks
Dat laatste bemerken we bij de figuratieve motieven, daar deze zich zeer frequent manifesteren als identieke versies van elkaar die achter elkaar zijn geplaatst in het verdwijnende perspectief van een verschiet. Vaak is het perspectief van de reeksen onregelmatig - dan zien we bijvoorbeeld de kleinste exemplaren juist vooraan - maar de herhaling die de reeks kenmerkt is er altijd. Toch nog een regelmaat dus. En is dat niet in strijd met een opvatting van de kosmos als een geheel van onverzoenlijke, want ongelijksoortige krachten?
Voorzover ik zicht heb op het geval is het dat niet. Postma's beleven van de wereld is niet alleen maar kosmisch. En zeker is het dat niet in de eerste plaats.
Hij is een stadsmens en een cultuurmens en de wereld van zijn waarneming vertoont van meer dichtbij bekeken juist allerhande regelmaat. Regelmaat van organisatie, van inrichting, van werk, van techniek, van uiterlijkheid. Zelfs het menselijke lichaam is symmetrisch, dus regelmatig gebouwd; alhoewel alleen aan de buitenkant. Postma duidt de regelmaat dikwijls aan als ‘het systeem’. Dat ‘systeem’, daar is hij op zichzelf niet tegen. Hij werkt voor een belangrijk deel binnen het systeem, hij betrekt zijn materiaal - technisch en visueel - vanuit het systeem. Hij zou zich ook nooit kunnen onttrekken aan het systeem. Met de wereld van het systeem leeft hij dus gewoon en ook deze beleving heeft recht op een plaats in zijn werk.
De ‘reeksen’ in Postma's composities doen recht aan ‘het systeem’. Hun regelmaat echter blijkt verre van eenvoudig. Om te beginnen is hun voorkomen heel dubbelzinnig, daar de rechthoekige driehoek waarin de ‘reeks’ steeds is geplaatst weliswaar het perspectief naar de verte bevatten kan maar op zichzelf veel liever als een vorm op het vlak wil worden gezien. Bovendien wordt ook de tijd in het geheel betrokken, dankzij de nadrukkelijke volgorde van kijken waartoe het oog wordt uitgenodigd. Postma spreekt graag van ‘het verschiet’, een woord dat
Hannes Postma, ‘Dutch boulevard’, 1990, olie op doek, 200 × 180 cm.
zowel op een verte in de ruimte als op een verte in de toekomst duiden kan.
Aan de andere kant hebben de neutrale kleur en de krachtig omlijnde vorm van de figuratieve motieven voor Postma van doen met het beeld van de herinnering aan de buitenwereld, dus eerder juist met het verleden. Noch het een noch het ander geldt voor de abstracte motieven, vooral niet waar hun kleur ons treft met haar krachtige licht. Dat heeft voor Postma met de indrukken van het heden van doen; namelijk met indrukken die nog te vers in het geheugen liggen voor de gestileerde verwerking, zodat hij zich te beperken had tot het aspect dat hem het meest onmiddellijk trof. Dat was de kleur, zoals ze hem bereikte op de golf van het licht.