Voorpagina van ‘Erazmo’.
Nederlands van de Filologische Faculteit van Belgrado, zijn Ivana Šcepanovic (vice-hoofdredactrice), Olivera Petrovic, Marija Rac, Ana Stefanovic, Vladimir Novakovic, Jelena Markovic en de reeds genoemde hoofdredactrice.
Om het met titels van opgenomen werk te vragen: wordt deze ‘citoyenne de la frontière’ een ‘bruid in de morgen’ of verdwijnt de publikatie na de eerste briljante poging ‘zonder trommels en trompetten’?
Een even aangename verrassing kwam uit Duitsland. In de ‘Schriftenreihe der Universität Oldenburg’ verscheen Eine Künstlerfreundschaft, zijnde de briefwisseling (1919-1927) tussen de expressionistische schilder Fritz Stuckenberg en onze niet minder expressionistische dichter Van Ostaijen (Holzberg Verlag, Oldenburg - 175 p.- ISBN 3-87358-376-3). De uitgever van deze belangwekkende briefwisseling is Francis Bulhof, die daarmee tegelijkertijd onze voorstelling van Van Ostaijen en ons beeld van het Duitse kunstgebeuren in de jaren twintig meer kleur geeft.
Bulhof heeft (gelukkig voor de doorsnee lezer) niet geopteerd voor een kritisch-historische tekstuitgave, anders ‘wäre der Text vor Klammern, sic-Ausrufen und anderen Zeichen... einfach nicht mehr zu lesen gewesen’. Hij heeft integendeel het Duits van onze poëet bijgewerkt en in een paar brieven het Frans van de schilder vertaald zonder de aperte fouten, omdat hij de inhoud wou laten primeren. Zijn belangrijkste oogmerk was: een Europese kunstenaarsvriendschap voor te stellen die bijgedragen heeft tot de literaire theorievorming en die bovendien kunsthistorisch interessant is omdat ze een beeld schetst van de toenmalige avant-garde en Berlijnse kunsthandel (p. 7).
Je kunt de brieven dus op die manier benaderen. Wie daar minder voor voelt, kan zijn aandacht vooral toespitsen op de ‘dramatis personae’. De dichter en de vijftien jaar oudere, levenslustige schilder kwamen met elkaar in aanraking doordat Van Ostaijen eind oktober 1918 de Antwerpse plaat had gepoetst, in het gezelschap van de niet altijd berekenbare Emmeke Clément. Van Ostaijen vluchtte vanwege zijn politieke activiteiten, zijn vriendin veeleer omdat ze niet elk moment het gezelschap van Duitse officieren had geschuwd. Ze was getrouwd geweest, maar had al tijdens de oorlog haar man en dochtertje verlaten. Toen Paul en Emmeke ijlings uit Antwerpen verdwenen, waren ze respectievelijk tweeëntwintig en negentien jaar.
Natuurlijk veranderen die biografische weetjes niks aan de gedichten van Van Ostaijen noch aan de schilderijen van Stuckenberg. Maar ik wil me niet ontveinzen dat de dichter via deze brieven meer dan tevoren een mens van vlees en bloed voor me is geworden en dat ik zijn artistieke theorieën ongemoeid heb gelaten. Geplaatst voor de oude, bekende keuze tussen vorm en vent heb ik gekozen voor de vent. En zijn vriendin.
Jan Deloof