en de marxiserende ‘kritische’ school. Volgens de ‘pluralisten’ vormen de media een autonome vierde macht in het politieke bestel; in de ‘kritische’ school zijn ze een geïntegreerd onderdeel in de bestaande machtsstructuur. ‘Pluralisten’ zoeken de verklaringen voor het politiek functioneren van de massamedia daarom vooral in de individuele gedragingen van de ‘ontvangers’; de ‘critici’ richten de blik veel meer op het globale economische en politiekmaatschappelijke systeem.
Beide ‘scholen’ worden vervolgens aan de hand van een vijftal thema's verder uitgediept in evenzovele hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt de economische context aangegeven waarbinnen de massamedia functioneren. Via de analyse van de eigendomsverhoudingen wordt gepeild naar de materiële grondslagen van de nieuwsproduktie en worden vragen gesteld over de druk van commerciële belangen op de vormelijke aspecten van de media-boodschap en op de politiek georiënteerde inhoud. Het probleem van de ideologie-overdracht komt op die manier aan bod. In het tweede hoofdstuk staan overheid en wetgeving centraal. Begrippen als persvrijheid, objectiviteit, media-pluriformiteit en perscensuur passeren de revue. In dit hoofdstuk presenteert Witte ook een overzicht van de overheidsinitiatieven in de mediasector in het algemeen, en met betrekking tot de demonopolisering van de publieke omroep in het bijzonder. Dat de problemen waarmee de publieke omroep af te rekenen heeft ook in andere hoofdstukken aan bod komen, zal wellicht geen verbazing wekken, wel misschien de kritische wijze waarop dit gebeurt. Onomwonden worden kankers als verzuiling, politisering en bureaucratisering aan de kaak gesteld. Ook aan de doeltreffendheid van voorschriften en adviesraden wordt getwijfeld: de Waalse en Vlaamse Mediaraad zijn bijvoorbeeld ‘beide samengesteld uit de belangengroepen en zijn onderhevig aan een zekere politieke dosering, wat tot sterke compromisvorming leidt... Over de reële impact van deze organen laat men zich in de literatuur echter vrij sceptisch uit: deze raden brengen een advies uit en bezitten dus slechts een morele autoriteit; sanctionerende middelen hebben ze zelden te hunner beschikking, zodat hun betekenis veeleer op het symbolisch vlak ligt, terwijl uit de praktijk blijkt dat de behandelde onderwerpen meestal een perifeer karakter hebben. Over het naleven van de voorschriften door de commerciële
omroepen moet men zich kennelijk ook niet al teveel illusies maken’ (p. 85). De instellingen en organisaties die tot het representatieve systeem behoren of in het verlengde ervan functioneren (zoals parlement, politieke partijen en drukkingsgroepen) worden in hoofdstuk drie onder de loep genomen. Zodoende worden de parlementaire verslaggeving, de neergang van de partij- en opiniepers en het media-optreden van politici onderzocht. In hoofdstuk vier worden het nieuwsproduktieproces en de inbreng van politieke journalisten daarin behandeld. O.a. hun sociaal-politiek profiel, hun onderlinge relaties, hun plaats in het bedrijf en hun verhouding tot de politieke wereld komen aan bod. Gegevens over de publieke opinie, het mediapubliek en het beïnvloedingsproces zijn samengebracht in het laatste hoofdstuk. Een kritische nabeschouwing over de effecten van politieke communicatie sluit af met de vraag of de hedendaagse massamedia de depolitisering in de hand werken. Een genuanceerd antwoord op die vraag brengt de auteur opnieuw bij de uitgangsstelling van het boek: ‘De rol van de media moet vooral gezien worden in het licht van de economische, sociale en politieke evolutie van de globale samenleving’ (p. 214).
Dat dit boek een aanrader is voor al wie enig zicht wil krijgen in de samenhang tussen media en politiek, staat buiten kijf. Toch wil ik de lezer ook op een drietal min-punten attenderen. Van het eerste is de auteur zich maar al te zeer bewust: het feit dat de problematiek ‘slechts’ uitgewerkt wordt aan de hand van voorbeelden en resultaten van onderzoek uit de belangrijkste Westeuropese staten en de VSA. Het tweede minpunt heeft vandoen met het algemene kader waarbinnen ze