Ons Erfdeel. Jaargang 35

De Franse Nederlanden

Een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma voor de Frans-Belgische grenszone

Op 3 april 1992 heeft de Europese Commissie het Interreg-programma voor de Frans-Belgische grenszone goedgekeurd. In dit programma werken verschillende openbare instanties aan beide zijden van de grens samen: de Provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap, het Département du Nord, de Région Nord-Pas-de-Calais en de Préfecture Nord-Pas-de-Calais.

Het Interreg-programma heeft een dubbel doel:

- het verder ontwikkelen van de economie van grensregio's in de EG, die door hun relatieve afzondering een achterstand hebben opgelopen tegenover de nationale economieën;

- het stimuleren van initiatieven die aan beide zijden van de grens worden genomen.

In het totaal stelt de EG 13.000.000 ECU (553.800.000 BF - f 30.800.000,-) ter beschikking. Daarvan gaat 3.809.500 ECU (162.284.700 BF - f 9.016.000,-) naar Vlaanderen. Noord-Frankrijk werd door de EG als voorrangsgebied erkend. Daardoor krijgt het 70% van de Europese fondsen die voor de regio West-Vlaanderen / Nord-Pas-de-Calais zijn bestemd.

Op 6 juli 1992 had in Kortrijk de eerste vergadering van de stuurgroep plaats. Deze bepaalt het programma en is samengesteld uit beleidsverantwoordelijken van de Vlaamse en Franse openbare instanties die het Interreg-programma bij de EG hebben ingediend en uit vertegenwoordigers van de EG zelf.

Er werden 13 grensoverschrijdende projecten goedgekeurd voor in totaal 194.658.790 BF - f 10.850.000,-. Vijf van deze programma's hebben te maken met de rivier de Ijzer. Zo zit er o.a. een waterzuiveringsprogramma in voor een zijrivier van de Ijzer, een ‘landschapszorg’project, een educatief programma, een toeristisch programma, enz. Dat de IJzer zo centraal staat bij deze eerste bijeenkomst van deze Interreg-stuurgroep, is niet

[p. 783]

verwonderlijk, want men werkt al verscheidene jaren aan dit IJzerproject. Verder wordt geld vrijgemaakt voor contactdagen tussen Westvlaamse en Noordfranse bedrijven, voor informatie-uitwisseling en ook voor enkele toeristische programma's. Zo zullen er o.a. ECU's gaan naar een kunstcentrum voor kant en textiel, maar ook naar een Cobergherfietsroute en een project dat de geschiedenis en de gevolgen van de grensvorming voor het nageslacht wil bewaren. Voor de volledigheid vermelden we ook nog een waterbeheersingsprogramma voor de Moeren en een studie van de erosie in het kustgebied Duinkerke-De Panne.

In het najaar van 1992 komt de stuurgroep opnieuw bijeen en zullen er een nieuwe reeks projecten worden goedgekeurd. Wij hopen dat er in deze reeks ook enkele meer culturele projecten zullen worden opgenomen, die de bekendheid met elkaars cultuur zullen stimuleren. Op een cultuurcolloquium in 1991 in Brugge werden hierover zeer behartenswaardige dingen gezegd. Nu beschikt men over de middelen om een en ander te realiseren.

Trends en Noord-Frankrijk

Het financieel-economisch magazine Trends heeft zijn nummer van 17 september 1992 gewijd aan Noord-Frankrijk. Ter gelegenheid van het wegvallen van de Europese binnengrenzen op 1 januari 1993 publiceert Trends een reeks ‘Europa zonder grenzen’. Als eerste komen de Franse Nederlanden aan bod.

Het nummer opent met een interview met Pierre Mauroy, burgemeester van Rijsel. Hij wijst op de belangrijke aanwezigheid van Belgische bedrijven in de Rijselse agglomeratie. Honderdvijftien Belgische bedrijven geven er aan twaalfduizend mensen werk. Volgens Mauroy is de ligging de grootste troef van de regio Nord-Pas-de-Calais, maar inzake imago, levenskwaliteit, veiligheid en milieu valt er volgens hem nog heel wat te doen.

Het hoofdartikel behandelt de activiteiten van de familie De Clerck in Noord-Frankrijk. Vader Roger de Clerck maakte van zijn bedrijf Beaulieu een van de belangrijkste textielbedrijven ter wereld. Zijn zonen hebben nu het roer overgenomen en zijn o.a. zeer actief in Noord-Frankrijk waar zij naast petrochemische bedrijven ook zes weverijen bezitten.

Een ander artikel heeft het over de activiteiten van Belgische banken in Noord-Frankrijk. De Kredietbank kocht er een zestal kantoren op, de Generale Bank stichtte de Banque Régionale du Nord (BRN); de BBL heeft er een kantoor en de Paribas Bank België sloot een verregaand samenwerkingsakkoord met de Crédit du Nord. De handel met België is voor deze streek dan ook van zeer groot belang. De uitvoer naar België is net zo groot als die naar Duitsland en Groot-Brittannië samen. De interesse van Belgische banken voor deze streek hoeft ons dan ook niet te verbazen.

Uiteraard wordt in het nummer ook aandacht besteed aan de voor Rijsel zeer belangrijke verkeers-problematiek, met o.a. de komst van de TGV, maar ook met de luchthaven van Rijsel. Verder worden de activiteiten van enkele Vlaamse bedrijven in Noord-Frankrijk belicht. Er wordt ook in het kort aandacht besteed aan het Interreg-programma. Verschillende personen die in het nummer aan het woord komen, wijzen erop dat de mentaliteit tussen de Noord-Fransen en de Vlamingen minder verschilt dan die tussen de Noord-Fransen en de Parijzenaars. De samenwerking verloopt dan ook vaak zeer vlot. Als op 1 januari 1993 de grens tussen Noord-Frankrijk en Vlaanderen zal wegvallen, zal dat voor veel ondernemers geen grote schok geven. Zij waren immers al jaren met succes actief in deze streek.

Dirk van Assche

Trends, 18 jrg., nr. 36, 17 september 1992.