Ons Erfdeel. Jaargang 35
(1992)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 769]
| |
een concert van Enrico Pace (prijs-winnaar Liszt Concours 1989) mee te maken om het verschijnsel te ondergaan. Een Pinocchio met een warrige bos haar, een grappig voorkomen, clownesk, verandert achter het klavier in een hoogst serieuze klanktovenaar: energiek en gepassioneerd, maar vóór alles grillig en geestig. Ook het derde Liszt concours in het Utrechtse Muziekcentrum Vredenburg had zo'n tovenaar: Sergei Pasjkevitsj, niet minder charismatisch, maar met welk een wereld van verschil! Pasjkevitsj speelt met een licht zilveren versluierende klank, het linkerpedaal ietsje ingedrukt, strevend naar een afstandelijke grandeur, groots van conceptie maar verre van grillig, laat staan improvisatorisch-geestig, - kortom de tegenpool van Pace. Jammer dat hij in de finale-ronde te nerveus speelde, een lot dat de meeste laureaten trof, ze bleven vrijwel allen onder hun kunnen in de voorrondes. Vrijwel: de Pool Zbigniew Raubo had wel degelijk ongeëvenaarde momenten in de Totentanz, analytisch sterk en uiterst consequent. Veelbelovend waren zeer zeker de jonge landgenotes van Pasjkevitsj: de 20-jarige Evelina Vorontzova en de 16-jarige Evelina Borbely: rasmuzikaal en sprankelend-briljant. Pasjkevitsj vertegenwoordigt de School van Sint-Petersburg, de beide meisjes komen uit Moskou. En zo werd dit derde Liszt concours een volstrekt Russische triomf: Pasjkevitsj kreeg de eerste, Vorontzova de tweede en Borbely de derde prijs. Afgaande op uitsluitend de finale had Raubo ook de eerste prijs kunnen krijgen...
Ernst Vermeulen |
|