Beeldende kunst
Vijftien jaar Kunstbeeld
Het in Amsterdam geredigeerde tijdschrift voor beeldende kunst Kunstbeeld bestond in 1991 vijftien jaar. Een verjaardag waarover, behoudens in eigen kring, verder geen melding zou hoeven te worden gemaakt ware het niet, dat het hier om een vrijwel uniek verschijnsel gaat inzake culturele samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen.
Vanaf de oprichting, in 1976, hadden de initiatiefnemers een maandblad voor ogen, dat de lezer zou informeren over de beeldende kunst in de ruimere context van het hele taalgebied. Zo'n publikatie bestond nog niet en zou een hiaat opvullen naast bijvoorbeeld Museumjournaal dat een specifieke rol speelde voor de nieuwe internationale kunstuitingen. Door de uitgever is weliswaar aan marktonderzoek gedaan om de levensvatbaarheid te peilen maar redactioneel opteerde men voor een pragmatische aanpak. Twee Nederlandse en één Vlaamse redacteur stonden in voor het bepalen van een kader waarbinnen het tijdschrift zich zou moeten ontwikkelen. In tegenstelling tot vele officiële werkgroepen die Vlaams-Nederlandse samenwerkingsverbanden onderzoeken verliepen dit co-redacteurschap en het bepalen van een beleid vanaf het begin op een empirische manier en met afspraken die eenvoudig en duidelijk waren. Alle drie de redacteuren waren gelijkwaardig en zij deelden ook samen de redactionele verantwoordelijkheid. Maandelijks overleg werd aangevuld met telefonische ruggespraak. Zo is het tot op de dag van vandaag gebleven.
In vijftien jaar is er veel veranderd in de wereld van de beeldende kunst en ook in de relaties, op dat gebied, tussen Noord en Zuid. In 1976 waren er wel Vlaamse kunstenaars die in één of andere galerie hun stekje hadden gevonden en ook het omgekeerde deed zich voor: soms waren er ook gemengde groepstentoonstellingen die afwisselend aan beide zijden van de grens werden ondergebracht maar het bleef bij een incidentele gebeurtenis zonder groot gevolg. Bij het samenwerkingsverband binnen Kunstbeeld was het zeker niet de bedoeling om deze situatie fundamenteel te wijzigen maar toch vond de redactie dat zij een bijdrage kon leveren om de beeldende kunstenaars aan beide zijden van de grens hier en daar een betere bekendheid te geven waaruit eventueel ook praktische gevolgen zouden kunnen voortvloeien. Dat is inderdaad ook gebeurd en het initiatief van Kunstbeeld heeft misschien wel meegespeeld, zij het dan op beperkt gebied, om de internationale uitstraling van de Vlaamse kunstenaars in het afgelopen decennium mede te bevorderen.
De moeilijkheden waarmee de Vlaams/Nederlandse samenwerking op officieel vlak gepaard gaat, bestaat in de dagelijkse praktijk niet als beide partners zich voldoende bewust zijn van een dwingende noodzaak tot samenwerken. Eén van de elementen die vanuit dat standpunt bij de redactie van Kunstbeeld een rol speelden, is het profijtbeginsel, een principe, dat bij de Nederlanders beter ontwikkeld is dan bij de Vlamingen. De Vlaamse redacteur heeft in een editoriaal, bij het begin van de tiende jaargang, ondubbelzinnig gesteld, dat zijn medewerking ingegeven was door de mogelijkheid om de Vlaamse maar ook de Belgische kunst in Nederland te promoten binnen het stramien van een Nederlands tijdschrift. Omgekeerd wilde de Nederlandse uitgever, via een Belgische inbreng, zijn afzetgebied vergroten. De gemeenschappelijke redactie heeft die standpunten nooit betreurd en de samenwerking is er alleen maar hechter op geworden. In de loop van de jaren werden ook andere Vlaamse medewerkers aangetrokken, zodat het spectrum binnen de Belgische kunst verbreed kon worden.
Vijftien jaar co-participatie zijn, althans op redactioneel vlak, haast vlekkeloos verlopen. De organisatie, op het gebied van de uitgeverij, heeft ondertussen meerdere wijzigingen ondergaan, onder meer door fusies en herschikking van de belangenpakketten. Het voortbestaan van het tijdschrift is echter nooit ter discussie gesteld, omdat bleek, dat een aanzienlijk aantal lezers dit tijdschrift als nuttig beschouwde. Ook de vakmensen, zoals de galeriehouders in België, hebben een groeiende belangstelling getoond, wat bewezen wordt door de toenemende respons op de jaarlijkse editie van een Galeriegids waarin Nederlandse én Belgische galeries broederlijk verenigd worden. De enige schaduwzijde is de minder goede beschikbaarheid van losse nummers in de Belgische boekhandel. Dit is een reeds lang bestaand aandachtspunt van de redactie geweest, die nog steeds geen bevredigende oplossing heeft gevonden. Hier ligt voor de uitgever een uitdaging, die hij dringend dient aan te gaan, wil hij ook op dat punt tot gelijkwaardigheid tussen beide landen komen. Dit is vrijwel de enige zorg die de redacteuren nog hebben.
Ludo Bekkers
Kunstbeeld. Tijdschrift voor beeldende kunst, maandblad, uitgegeven door Bohn Stallen Van Loghum bv, Houtem, Redactieadres: Joh. Verhulststraat 101, NL-1071 MX Amsterdam.