‘reads well, and admirably conveys the idiosyncrasy of the various, generally colloquial, styles of the book’. Het boek is onlangs nog herdrukt (New York, Hippocrene, 1991).
Geheel terecht ontving Adrienne Dixon in 1974 voor haar vertalingen van Mulisch en Boon de Martinus Nijhoffprijs. Van beide auteurs heeft zij achteraf nog ander werk vertaald. Een tweede vertaalprijs en daarmee de grote doorbraak naar het publiek in de Engelssprekende wereld kwam in 1984, toen het ‘Translation Center’ van Columbia University, gesteund door Mobil Oil, haar de Pegasusprijs toekende voor haar vertaling van Cees Nootebooms roman Rituelen. Als gevolg hiervan besloot de Amerikaanse ‘Book of the Month Club’ Rituelen aan haar twee miljoen leden aan te bieden en nam Viking, een onderafdeling van Penguin, de titel in zijn fonds op. Zo werd Nooteboom in enkele jaren tijd op de internationale markt gelanceerd. Rituelen werd de eerste Nederlandse roman die, na de gebonden Viking-uitgave, als Penguin paperback verscheen. Het boek kende ook in andere talen en landen veel succes en Adrienne Dixon zette zich aan het vertalen van een aantal andere titels van Nooteboom.
Intussen was haar reputatie als vertaalster zo gegroeid dat iedereen haar wel wilde hebben. In enkele gevallen, o.a. in verband met de vertaling van Mulisch' De aanslag, ontstond zelfs enig touwtrekken tussen de betrokken partijen om wie het meest beslag op haar kon leggen. Tenslotte zorgde zij voor Mulisch' Hoogste tijd, dat eveneens in de Penguin-reeks uitgebracht werd (Last Call, 1990), en voor Bernlefs Hersenschimmen, dat bij uitgeverij Faber & Faber als paperback verscheen (Out of Mind, 1989). Dat alles belette haar niet ook nog heel anders geaard werk te vertalen, zoals Dirk Ayelt Kooimans Montyn (A Lamb to Slaughter, 1985) en Jeroen Brouwers' Bezonken rood (Sunken Red, 1988). Het merendeel van dit vertaalwerk gebeurde in opdracht van de onlangs opgeheven Stichting voor Vertalingen.
De produktiviteit en veelzijdigheid van Adrienne Dixon vormt een welsprekende weerlegging van die andere vaak verkondigde maar zelden onderbouwde stelling dat een vertaler een persoonlijke affiniteit met de stijl of thematiek van een bepaalde auteur moet hebben. Talent en werkkracht, dat is wat telt. Adrienne Dixon bezat beide in overweldigende mate.
Theo Hermans