Theater
Dirk Tanghes ‘Hamlet’
De mooie, hedendaags ogende ensceneringen van klassieke stukken die regisseur Dirk Tanghe tot nog toe realiseerde, vonden steeds bijval bij een ruim publiek. Ook al ontspoorde hij wel eens bij het al te onstuimig visualiseren van de dramatische tekst, dan toch bleek steevast zijn feilloos talent om een innemende sfeer te creëren en vooral om pakkende, pregnante beelden op te bouwen. Met bijzondere belangstelling keken we daarom uit naar de Hamlet-produktie die Tanghe voor producent Jacques Senf en voor K.V.S.-Brussel regisseerde. Het werd opnieuw een boeiende voorstelling, helemaal gekenmerkt door de ‘Tanghe’-stijl. Vooral door een dynamisch gebruik van de ruimte, door uitgekiende groeperingen en door een intense licht- en kleurwerking tracht de regisseur de ideeën en vooral de emoties direct bij de toeschouwers over te brengen.
De vormgeving is eigentijds. Alle mogelijke historische of anekdotische elementen die Tanghe niet als wezenlijk ervaart voor het existentiële drama van Hamlet worden achterwege gelaten. Zo blijft het optreden van de geest van Hamlets vader hier zeer beperkt. Tanghe laat Hamlet vooraf uitdrukkelijk tegen Horatio zeggen dat de geest van zijn vader in zijn hoofd spookt. Bij de eigenlijke verschijning zorgt de belichting ervoor dat zowel Hamlet als de geest schimmige figuren zijn. Betekenisvol krijgt de prins de hoed van zijn vader op het hoofd gedrukt.
Bij het begin van de voorstelling hoort men zachtjes een Frans liedje ‘Je chante’. Daarna gaat de donkerblauwe achterwand omhoog en danst de hele groep spelers op een rij een lichtjes wanordelijke ‘French cancan’. Een en ander werkt verwarrend, maar spoedig blijkt hoe op die manier een decadente sfeer wordt opgeroepen, waar een hele gemeenschap in deelt. Ook Hamlet en Ophelia behoren aanvankelijk tot die wereld. Hoewel ietwat geïsoleerd van de groep, staan zij opzichtig te vrijen. En Gertrude (Sien Eggers) stelt zich meteen aan als een wulpse vrouw. Hamlet, gespeeld door Wim Danckaert, is een jonge energieke kerel, die zich te pletter loopt op zijn omgeving. Deze tegenstelling tussen de nauwelijks volwassen, nog onschuldige jongeman en de corrupte wereld komt aldus sterk tot uiting. De kostumering is in dit opzicht ook relevant. Zij oogt harmonieus en elegant, maar de blauwe pakken die de meeste acteurs dragen zijn doortrokken met donkere vlekken. Zoals de jonge Hamlet door een aantal schokken - de moord op zijn vader, het gedrag van zijn moeder, de ontrouw van Ophelia en van zijn vrienden - zal ondervinden, is het een door en door voze gemeenschap. Alleen Hamlet en Ophelia dragen donkergrijze kledij.
Tanghes produktie beklemtoont sterk het generatieconflict. Ophelia is vanaf het begin duidelijk een opstandige meid. Marie-Louise Stheins creëert een impulsief, zelfs ietwat agressief type. Haar vertolking overtuigt, maar roept toch wel enkele vragen op. Hoe kan het bijvoorbeeld dat deze Ophelia zich zo gemakkelijk laat gebruiken door Polonius en Claudius?
Ook Wim Danckaert is een jeugdige Hamlet, die beslist niet gek is. Hij combineert een vaak speelse en jongensachtige houding met een bitter cynisme. Zelfs in de schermscène vindt hij nog de moed tot, of ontlaadt hij zich in enkele grapjes. Erg leuk is Danckaerts nummertje wanneer hij na de bekende frase ‘woorden, woorden, woorden’ plots en met radde tong in een soort pseudo-Deens met enkele Vlaamse toetsen, een lang verhaal vertelt dat Polonius totaal verbijstert. Deze energieke Hamlet staat ver af van het traditionele, melancholische type. Zelfs het archetypische beeld van de prins die het doodshoofd vasthoudt, valt in deze produktie weg.