Mutsaers, waarin het meest onnozele detail - denk aan het bezit van vier wenkbrauwen - een doorslaggevende rol kan spelen. Waarin bovendien de Jan Klaassen-moraal serieus genomen wordt dat zo nu en dan flink meppen geen kwaad kan.
Daarmee kom ik op een andere trek van haar werk: haar vaak van achterdocht blijk gevende commentaar op verschillende soorten kunstenaars. De hooghartige, die menen de absolute opvatting over kunst in pacht te hebben, de laffe, die op de loop gaan met de ideeën van een ander. Onder de hooghartige zijn het vooral de abstracten die het bij haar moeten ontgelden. Haar relatie met het diefachtige slag is ingewikkeld, maar ook een aanzet tot creativiteit, sinds zij zelf van plagiaat beschuldigd is. Daarover verderop.
In alle drie de genoemde boeken zijn details belangrijker dan grote lijnen. De aaneenrijgende opsomming is bij Mutsaers niet alleen een stijlfiguur, maar ook een compositieprincipe. De logica van het geheel is hierdoor zo nu en dan zelfs ver te zoeken.
Het is een constatering die Mutsaers overigens niet als kritiek zal ervaren. In haar vele liefdesverklaringen aan de kunst verkiest zij altijd het deel boven het grote geheel. Het meest uitgesproken in Kersebloed:
‘Voor de stukjes en de beetjes komt haast niemand op en toch valt het geheel meestal in het niet bij de delen. Weg met het grote gebaar! Ik zal opkomen voor de stukjes, de beetjes, de splinters, de likjes, de partjes, de fracties, de tikkeltjes, de scherven, de snuifjes, de snippers, de lutteltjes, de brokken, de schilfers, de vlokjes, de segmenten, de speldeknopjes, de sneetjes, de flietertjes, de toefjes, de plukjes, de ziertjes, de repen, de fragmenten, de schijfjes, de plakken, de moten, de woorden, de letters! Een mussebekje vol doet voor New York niet onder’ (p. 23).
Een uitroep die dus niet voor niets in de vorm van een opsomming wordt gedaan. Zoals zij in Hazepeper een opsomming geeft van woordcombinaties met ‘haas’ of ‘haze’, een beeldopsomming van hoofddeksels wier optelsom de steek van Napoleon moet zijn, een opsomming van wat er in de speelgoedkist van haar hond zit, een opsomming van alles wat zij ooit op één Sinterklaasfeest van haar lievelingsoom had gekregen, een opsomming van kunstenaars die kind zijn gebleven en met wie zij zich dus verwant voelt (hout- en blikkunstenaar Roland Roure, drukker H.N. Werkman, autoped-knijptoetercomponist jan Hanlo, Brigitte Bardot met acht honden in een bootje, herfstbladportrettist Jean Dubuffet, sprookjesverteller Gerard Reve, groente- en fruitschilder Giuseppe Arcimboldo en Josephine Baker met haar bananerokje), in Mijnheer Donselaer zoekt een vrouw een opsomming van mislukkingen in het leven van mijnheer Donselaer, in De markiezin een opsomming van voorwerpen die haar vader ooit voor zijn eigen verjaardag had gekocht, een opsomming van onverwoestbare voorwerpen en een opsomming van de manier waarop verschillende familieleden aan hun eind gekomen zijn. En zo zou ik met opsommen kunnen doorgaan.
Mutsaers' opsommingen vormen vaak verrassende, persoonlijke combinaties en leggen nadruk op datgene wat niet zo voor de hand ligt. Het is een stijlfiguur diepast bij haar voorkeur voor Daniil Charms en andere Rus-