ambassadeurs, die overigens ook aanwezig waren bij andere activiteiten van het colloquium.
De werkzaamheden van het colloquium bestonden enerzijds uit voortreffelijke lezingen en interventies van neerlandisten uit Hongarije, Polen, Joegoslavië, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk en de voormalige DDR en anderzijds uit toespraken van gerenommeerde Nederlandse en Vlaamse taalkundigen en literair-historici. De discussies waren pittig en boeiend. Een verrassend orgelpunt van het colloquium vormde het bezoek aan de Nationale Bibliotheek in de Burcht van Buda, waar bij deze gelegenheid een rijkgestoffeerde toespraak werd gehouden over de relaties tussen Hongarije en de Nederlanden en waar een tentoonstelling was opgezet van de vele fraaie oude drukken en vertalingen van Nederlandstalige literatuur in het Hongaars.
De betekenis van dit regionaal colloquium werd door de Midden-Europese neerlandisten als leerrijk en belangrijk ervaren. De aanwezige Nederlanders en Vlamingen waren onder de indruk van het wetenschappelijk niveau en van het enthousiasme van de docenten én van een grote groep Hongaarse studenten die niet alleen het colloquium volgde, maar ook blijk gaf van een voortreffelijke kennis van de Nederlandse taal en cultuur.
In dit blad wordt reeds meer dan dertig jaar gepleit voor de betekenfis en de rol die de neerlandici extra muros moeten spelen bij het uitbouwen van een goed buitenlands cultureel beleid.
Het colloquium van Budapest heeft mij er opnieuw van overtuigd dat de buitenlandse universiteiten en hogescholen waar Nederlands wordt gedoceerd, effectief moeten worden uitgebouwd tot speerpunten van dit beleid. Aan de Nederlandse Taalunie die verantwoordelijk is voor de neerlandistiek extra muros, moeten Nederland en Vlaanderen méér middelen ter beschikking stellen. Naast de Nederlandse Taalunie als financier en beleidsinstantie namens de beide regeringen, moet ook de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) haar rol kunnen vervullen als belangenvereniging voor de neerlandici en als kader voor de informatie en uitwisseling. Professionalisering is nu meer dan ooit noodzakelijk. Met goedbedoelde, maar door de buitenlandse neerlandici vaak als paternalistisch ervaren schouderklopjes zijn ze niet langer gediend. Een beleid terzake veronderstelt niet alleen wetenschappelijke kwaliteit, maar ook creativiteit om alle geboden kansen, die trouwens van land tot land verschillen, maximaal te benutten voor de bekendmaking van onze cultuur.
Het colloquium van Budapest was in alle opzichten een succes en de organisatoren moeten worden gefeliciteerd.
Jozef Deleu