Stemmen uit Latijns-Amerika
Bob van Laerhoven (o1953).
De laatste decennia heeft de Zuidamerikaanse roman een eigen en unieke plaats in de wereldliteratuur veroverd. Schrijvers als Marquez, Vargas Llosa, Donoso, Carpentier en vele anderen hebben, elk op hun eigen manier, een universum gecreëerd dat gebaseerd is op de pijlers van mythen en folklore die door een historische visie een objectieve waarde krijgen. De tijdruimtelijke omgeving vormt een dankbare inspiratiebron voor deze auteurs, die ten aanzien van de Europese letterkunde het voordeel van de exotische setting hebben. Dat verklaart misschien waarom ook in het Avondland wel vaker romans in Latijns-Amerika worden gesitueerd, waarbij de politieke actualiteit van een continent in de branding geregeld op de voorgrond treedt. Dat was reeds het geval met De heksenkring van Ward Ruyslinck, waarin de talrijke dictatoriale regimes in de Zuidamerikaanse staten werden aangeklaagd. Iets dergelijks heeft nu ook Bob van Laerhoven gedaan in zijn roman, De stenen wachter. Van Laerhoven debuteerde als romancier in 1985 met Nachtspel en publiceerde sedertdien een aantal werken die een niet te miskennen veelzijdigheid weerspiegelen. Na het oorlogsepos Het lange afscheid (1988) heeft hij dus nu de actualiteit in Latijns-Amerika aangegrepen om een boek te schrijven waarin hij in de eerste plaats de historische verantwoordelijkheid van het individu in het democratiseringsproces onderzoekt. Plaats van de handeling is Parián, een fictief land dat evenwel opvallend veel gelijkenissen vertoont met Chili: zo werd het land aanvankelijk bestuurd door de volksregering (Allende?) die in 1983 door een staatsgreep, onder leiding van generaal Pelarón (Pinochet?), omvergeworpen wordt. Duizenden mensen worden gearresteerd, bijeengebracht in een reusachtig stadion, naar gevangenissen of executiepelotons afgevoerd. Onder de arrestanten bevindt zich Alejandro Juron, gitarist en componist van de
volksmuziekgroep Aconcagua. Die naam is belangrijk: Alejandro heeft hem gekozen als symbool voor de verlangens en bedoelingen van hun groep. Later formuleert hij het als volgt: ‘Aconcagua, de hoogste berg van het Westelijke Halfrond. Alleen de Stenen Wachter was hoog genoeg om aan mijn verwachtingen te voldoen. Wij toonden Latijns-Amerika wat muziek kon doen, wij waren de wachters van de idealen van het volk’. Vooral de melodieën en teksten die door deze groep worden gebracht, zijn inderdaad gevaarlijk gebleken, want