Willem G. van Maanen: valsheid in geschrifte
Hoewel Van Maanen al heel lang meedraait in de Nederlandse literatuur, is hij er nooit in geslaagd een groot publiek te bereiken. Het meest bekend werd zijn tweede roman, De onrustzaaier, die al uit 1954 dateert. Ook met Helse steen, uit 1970, heeft hij een zekere bekendheid verworven. Maar met zijn andere romans timmerde hij weinig aan de weg.
Die onbekendheid hangt waarschijnlijk samen met de moeilijkheidsgraad van zijn werk. Daardoor is het lastig toegankelijk. De opbouw en compositie zijn vaak knap en hecht, maar erg gecompliceerd, ondoorzichtig en soms te gekunsteld. Aan de activiteit van de lezer als mede-creator van het boek worden hoge eisen gesteld, maar soms zijn die eisen te hoog.
Dat zien we weer eens duidelijk gedemonstreerd aan zijn jongste roman Valsheid in geschrifte of De vrouw met de schaar. Het verhaal speelt zich af in een niet met name genoemd Oosteuropees land waar de literatuur gecensureerd wordt. De hoofdpersoon Andros is een jonge dichter die tijdens de begrafenis van de volksdichter Blokh buiten zijn boekje gaat en door de vrouwelijke censor Kyngh (‘de vrouw met de schaar’) op het matje geroepen wordt. Andros wordt na een gesprek met Kyngh opgesloten in een paviljoen dat omringd is door een ontoegankelijk park. Hij krijgt een merkwaardige opdracht: Kyngh legt hem vijf verhalen voor waarover hij zijn mening en ervaringen in een rapport moet neerleggen. Hij leest er drie, die ook in het boek staan afgedrukt. Zij beslaan een groot deel van de roman. Behalve de dichter Andros bevindt zich in het paviljoen Lea, die fungeert als gastvrouw.
De verhalen die Kyngh Andros voorlegt, bevatten de sleutel tot Kynghs activiteit als hoofd van de afdeling censuur. Na verloop van tijd wordt namelijk duidelijk dat niet ene Oerlit de auteur is, maar Kyngh zelf. Vooral in het derde verhaal, dat een sterk autobiografisch karakter heeft, blijkt dat de huidige krachtdadig optredende censor vroeger, toen ze studente en beginnende dichter was, de geliefde is geweest van de volksdichter Blokh. Uit die liefdesrelatie werd een dochter geboren: Lea. Blokh nam haar echter het kind af en voedde het samen met zijn vrouw Ortt op. In Kynghs censorschap zou men dus de wraakneming van een moeder en een geliefde kunnen lezen.
Andros is geschokt door deze verrassende informatie in de verhalen, temeer daar de drie vrouwen zich in zijn omgeving bevinden en telkens allerlei toespelingen maken op de inhoud van de verhalen die hij ondertussen leest. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen werkelijkheid en literatuur: bevatten de verhalen een verslag van de werkelijkheid of wordt hij op een slinkse wijze om de tuin geleid? Op rechtstreekse vragen krijgt hij vage, ontwijkende of dubbelzinnige antwoorden. Andros raakt steeds meer in verwarring: wat is de waarheid en wat de leugen? En waarom krijgt uitgerekend hij, een onbetrouwbare dichter die de mond gesnoerd moet worden, deze fragmenten onder ogen?
Als hij na het lezen van de geschriften met Lea en Ortt in het park op weg is naar de plaats waar een standbeeld moet komen voor de volksdichter Blokh, gaat hij op eigen houtje het verwilderde bos in en vindt het vervallen prieel waar eens Kyngh en Blokh de liefde bedreven. Tot zijn ontsteltenis ligt Kyngh daar in een plas bloed.
Uit deze beschrijving van de hoofdlijn blijkt al dat we hier te maken hebben met een uiterst merkwaardig verhaal, maar niet alleen dat: het wordt op dezelfde merkwaardige manier verteld. De gecompliceerde structuur met spiegelverhalen, verwijzingen met behulp van symbolen en metaforen uit talloze gebieden als de mythologie en de Freudiaanse dieptepsychologie, die we kennen uit ander werk van Van Maanen, zien we hier opnieuw. Dat geldt ook voor andere karakteristieken. Van Maanens kunstopvatting wordt vanaf zijn vroegste boeken gekenmerkt door de thematiek van schijn en werkelijkheid, van leugen en bedrog. Deze thematiek is in deze nieuwste roman in zijn volle omvang aanwezig. Bevatten de verhalen die hij moet ‘beoordelen’ de waarheid? Waarover geeft hij eigenlijk zijn mening? Over waarheid of over bedrog?
Een ander algemeen kenmerk van zijn werk is het met opzet misleiden van de lezer. Misverstand wordt op misverstand gestapeld, leugen op leugen. Dat gebeurt in Valsheid in geschrifte voortdurend en zo overdadig dat de lezer voor steeds grotere raadsels komt te staan. Het is bekend uit de secundaire literatuur dat Van Maanen de lezer een belangrijke rol toedicht: de lezer moet als het ware meebouwen en de roman voltooien. Het is echter bij deze roman de vraag of de schrijver de lezer voldoende sleutels in handen geeft. Naar mijn gevoel krijgt de lezer zoveel ondoorzichtige en verwarrende gegevens aangeboden en houdt de schrijver zoveel achter, dat het nauwelijks zal lukken het verhaal te doorgronden.
Dat ligt niet aan het opnemen van de spiegelverhalen, een compo-