‘Het Vermoeden’ van Arne Sierens, met Rita Baert, Ben Hemerijckx en Jos van Geel door de Korre, Brugge (1987) (Foto Norbert Maes).
De opera ‘De Liefde voor de drie Manen’. Libretto en regie: A. Sierens en muziek van J. De Smet (1988).
theateroeuvre, dat refereert aan een veredelde en zeer authentieke vorm van volkstheater.
Enerzijds behandelt De soldaat-facteur en Rachel heel concreet materiaal uit de Grote Oorlog in de Westhoek; Sierens documenteerde zich uitvoerig aan de hand van kronieken en dagboeken. Anderzijds laat hij zijn oorlog fungeren als een bijna zinnebeeldige context, waarin primaire gevoelens, zoals verliefdheid, trots, verlangen, angst, machteloosheid en bevrijding, worden gevat in hun eenvoudige, soms bijna kinderlijke vorm.
De schriftuur van het stuk is geconcipieerd als een dubbelverhaal. Om beurten vertellen een man en een vrouw op scène hoe ze elk op hun manier de oorlog zijn doorgekomen. Op het eerste gezicht zijn het twee verschillende verhalen. Maar geleidelijk lijken de verhaalstukken parallel te verlopen, zelfs op elkaar aan te sluiten. Uiteindelijk culmineert het dubbelverhaal in een gezamenlijke climax. Het lijkt wel een spontaan manifest, met iets van barricade en heldenhulde tegelijk. Elk op zijn manier realiseert zijn pijnlijke bevrijding uit de oorlog. Het is de epische en dramatische climax van een stuk dat voor een vindingrijk regisseur prachtige ensceneringsmogelijkheden biedt. De soldaat-facteur en Rachel is een simpele getuigenis van kleine lieden, op een universeel menselijke golflengte.
Op een heel verschillende wijze behandelt ook Het Vermoeden (1987) weer een oorlogsthema. Sierens zelf noemt het een stuk ‘Belgisch huiskamerverdriet’. Het is het verhaal van een Vlaamse jongeman die na drie jaar concentratiekamp thuiskomt. Het stuk bespreekt zowel de naweeën van de oorlog (het trauma) als de mentaliteit die overal ter wereld de voedingsbodem blijft voor steeds nieuwe oorlogen. ‘Bespreken’ is eigenlijk een te groot woord, het doet te veel aan analyse denken. In feite perst Sierens het hele oorlogsdrama samen in de korte confrontatie van één gezin (vader, moeder en zoon) tijdens één weekend.
Heel concreet worden op rudimentaire wijze en in een krachtige theatertaal een aantal zware spanningen uitgetekend. Het is een meedogenloze afrekening met het kleinburgerlijk milieu. Tijdens deze confrontatie vertalen de problemen zich in irritaties en uitbarstingen over ogenschijnlijk onbelangrijke dingen. In de regie van Jan Leroy leidde dat tot een soort buffo-naturalisme: naturalisme aangezwengeld tot een komische hyperbool. Maar na een tijd vergaat je het lachen, wanneer je doorhebt dat hier eigenlijk de spiegel der domheid wordt voorgehouden. Want deze ‘belachelijke’ vertekening woekert op een zeer realistische typologie. Het Vermoeden scharniert gesmeerd op het snijpunt van melodrama, tragiek en komiek. Het stuk toont hoe gevaarlijk domme denkclichés kunnen zijn.
Met Onze Lieve Doden / Los Muerticitos, dat in 1988 in Brugge gecreëerd werd, zoekt Sierens het verder. Te ver misschien, nl. in Mexico,