Guillaume Bijl, Installatie ‘Herenkleding’, 1986, Kunstverein, Köln.
is voor de charmes van de kitsch (naar eigen zeggen liet Bijl zich voor deze installatie inspireren door zijn ouderlijke woning). De neutraliteit van Bijls werken maakt ze feitelijk onbeschrijfelijk. Illustraties van zijn werk openbaren niets meer dan een frituur, een kapsalon, een handelszaak... En daar is het Bijl ook om te doen. Natuurlijk wordt het gebruik van min of meer verheven instituten voor banale bezigheden als het bakken van frieten, of het verkopen van schoenen en auto's al snel komisch of sarcastisch, zoals het
Toning table centre, of instituut waar men zonder inspanningen kan vermageren, in de gereputeerde Galerie Isy Brachot aan de chique Brusselse Louisalaan.
De ernst waarmee Bijl zich van zijn taak kwijt, is tekenend voor de intenties van de kunstenaar. Hij streeft naar een nagenoeg perfecte evocatie van een of ander menselijk bedrijf. Daarbij laat hij zich in de eerste plaats leiden door de context. De ruimte van een museum, cultureel centrum of galerie roept de bestemming op, in haar rudimentaire staat leent een ruimte zich tot een bepaald soort transformatie of vraagt ze erom. Heel even lijkt het alsof Bijl niets anders doet dan de essentiële bestemming van een bepaald soort ruimten zichtbaar te maken. Dat is natuurlijk niet zo. De rudimentaire staat van een plaats is niet geschikt tot eender welk soort bedrijf. Maar deze indruk herinnert ons aan het magisch impact van de trompe-l'oeil en wijst op de trefzekerheid van Bijl.
Die trefzekerheid komt ook tot uiting in de afgewogen opbouw van een installatie. De kunstenaar imiteert geen model maar maakt een type dat prikkelend echt is. Uiteraard heeft Bijl geen diepgaande studie gemaakt van de inrichting van galeries, frietkramen, taxibedrijven of wat dan ook, om vervolgens met het fenomeen in zijn essentiële of prototypische gedaante voor de dag te komen. Meer nog, de neiging van de professionele etaleur om klanten te lokken door middel van opvallende afwijkingen van het geijkte stramien is Bijl vreemd. Bijl ontdekt en creëert gemeenplaatsen met een bewonderenswaardig gemak. En de compositions trouvées die Bijl zich nu eens toeëigent dan weer uitvindt, leveren daartoe het wellicht lucratieve en overtuigende bewijs. Dat blijkt ook uit de Sorry's, waarin hij aan de hand van drie biljartballen in een mandje of andere assemblages, de illusie ontmaskert: sorry, net echt maar nep.
Het geslaagde karakter van Bijls installaties is natuurlijk te danken aan de wijze waarop hij onze verwachtingen wekt. Daarom kan men niet van een minutieuze reconstructie of enscenering