Nederlandse taal- en cultuurpolitiek
Nederlandse taal en cultuur in het buitenland
Het buitenland en wij
Nachbarsprache Niederländisch is het tijdschrift van de Fachvereinigung Niederländisch e.V. en richt zich in de eerste plaats tot wie zich in Duitsland in een of andere vorm bezighoudt met het onderwijs van het Nederlands (adres: Magdalenenstrasse 5, 4400 Münster, of Gallierstrasse 72, 5100 Aachen).
De aflevering voor de eerste helft van 1989 bevat een bijdrage van Bert Govaerts die oorspronkelijk verscheen in Dietsche Warande en Belfort (133 - 1988) en die eigenlijk een antwoord was op een elders verschenen stuk: Felix Timmermans, de literatuurstier van de nazi's. In het Duits vertaald door Johan Crasemann en in Nachbarsprache Niederländisch afgedrukt, krijgt de bijdrage een extra dimensie. Ik heb haar met de grootste belangstelling gelezen. Govaerts neemt Timmermans een beetje in bescherming tegen ongenuanceerde beschuldigingen van nazisme, maar zijn objectief overkomende analyse van de gedragingen en relaties van de schrijver (met onder meer zijn uitgever Kippenberg) leidt - bij de huidige stand van het onderzoek - tot de conclusie dat Timmermans ofwel een groot opportunist ofwel ziende blind was, om het met veel naastenliefde te zeggen. Het is nu eenmaal niet anders: wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien.
De andere twee bijdragen van die aflevering zijn minder controversieel, maar lezenswaard: Hans Beelen schrijft over germanismen en Duitse woorden in het Nederlands, en Hans Combecher over Het Veerhuis van Ida Gerhards. Er zijn ook verschillende mededelingen en boekbesprekingen opgenomen.
James Brockway blijft in zijn eentje werken aan Engelse vertalingen van Nederlands literair werk. In het tijdschrift Sunk Island Review liet hij vertaalde gedichten van Tom van Deel publiceren, evenals een verhaal van Jan Wolkers (voorjaar 1989). Maar Brockway is vooral in de ban van Rutger Kopland. In 1987 verscheen bij het Londense Jackson's Arm een mooie plaquette met de titel The Prospect and the River, en ook in 1988 en 1989 vertaalde en publiceerde hij het ene gedicht na het andere, in London Magazine, Prospice, Iron, Outposts Poetry Quarterly en andere bladen, tot het prestigieuze Encounter toe.
Marjoleine de Vos schreef over Brockways Koplandvertalingen (N.R.C. van 9 oktober 1987): ‘Het is verbazend om te zien hoe gemakkelijk Kopland ook in een andere taal herkenbaar blijft als Kopland, licht van toon, ironisch, schijnbaar makkelijk verstaanbaar. Dit zal wel een compliment zijn aan het adres van de vertaler...’ Dit zal wel? Het is een compliment, en een compliment van formaat!
Naast Dutch Crossing, dat hier al herhaaldelijk werd besproken, verschijnt in het Engels nog een ander blad van grote waarde voor de Nederlandse cultuur: de Canadian Journal of Netherlandic Studies (Adres: CAANS, Department of Windsor, Windsor, Ontario, N9B 3P4 - ISSN 0225-0500 - Sporadisch worden ook bijdragen in het Frans opgenomen).
Aflevering VIII, ii - IX, i (Fall 1987 - Spring 1988) bevat een speciale afdeling over de bijdrage van de joden aan de Nederlandse cultuur en daarin komen aan het woord:
- | Ralph Nelson over Spinoza; |
- | Haijo Westra over Jacques Presser; |
- | Adrian van den Hoven over Marga Minco. |
Daarnaast zijn er artikels in verband met schilderkunst (Alex Ross over Memlinc en Jean Troop over Hals) en in verband met literatuur (Theresia de Vroom over Van den vos Reynaerde, Therese Decker over Lanseloet en Henriette ten Harmsel en Martin Bakker over de vertaalbaarheid van poëzie).
Aflevering XI, ii - X, i (Fall 1988 - Spring 1989) is een hoog-