Recent Operalexicon van Rolf Fath
Het verschijnsel operalexicon is relatief nieuw. Weliswaar verscheen er meer dan drie eeuwen geleden in Rome reeds een index van Allacci onder de titel Drammaturgia (1666, reprint 1966), met daarin een opsomming van componisten, in de achttiende eeuw gevolgd door vooral Franse ‘dictionnaires’. Het bekendste daarvan is ongetwijfeld dat van Clément en Larousse, verschenen tussen 1867 en 1881, en in 1969 opnieuw uitgegeven. Kort daarop zag Riemanns befaamde Opern-Handbuch (1887/93) het licht, en in de eerste helft van de twintigste eeuw kwamen daar enkele Italiaanse en Engelstalige uitgaven bij. Pas met de uitgave in de jaren vijftig van de Encyclopaedia of Opera van David Ewen (New York, 1955) kreeg het eerste volwaardige operalexicon gestalte. Volwaardig omdat het voldeed aan de maatstaven die aan een compendium gesteld mogen worden. Sedertdien is het aantal lexica gestadig gegroeid met uitgaven in de Engelse, Duitse, Russische en Japanse taal. Ook nadien verschenen er nog diverse lexicografische uitgaven, maar die kunnen bij lange na niet allemaal als algemeen operacompendium worden beschouwd, omdat de meeste ervan zich beperken tot een bepaald land, tot premières of uitsluitend composities.
In 1964 verscheen voor het eerst een Concise Oxford Dictionary of Opera van Rosenthal / Warrack, in 1985 opnieuw, maar in een herziene versie. Datzelfde werk verscheen in een Duits jasje (1969) en in een geactualiseerde Franse uitgave (1986). De Encyclopaedia of Opera van Orrey/Chase zag in 1976 het licht, en een jaar eerder verscheen Stiegers Opernlexikon. Eveneens onder die titel kwam in 1979 in Oost-Berlijn een boek van Horst Seeger uit, enige tijd later gevolgd door een Westduitse editie. Deze werd enkele malen herdrukt zonder aanpassingen en correcties, en is derhalve niet alleen enigermate verouderd, maar tevens niet erg betrouwbaar.