deze gebeurtenissen, dan zal al vlug blijken dat hij goed geïnformeerd was over de toenmalige actualiteit en dat hij zich deel voelde uitmaken van de avantgardistische stromingen. Want inzicht in de eigentijdse situatie had hij, zonder twijfel. Uiteraard kan dit resulteren in een zekere vorm van eclecticisme, gegroeid uit een voortdurend zoeken en experimenteren. Dit bemoeilijkt weliswaar een nuchtere beschrijving van zijn werk, maar levert daarentegen een boeiende alternatie van stilistische oplossingen. Een vorm van ‘Vlaams Expressionisme’ kan wellicht als bindende term worden gehanteerd. Hij sluit evenwel noch bij de Latemse groep noch bij het Antwerpse milieu aan. Rik Brouwers bewandelt een erg non-conformistische weg, los van vooropgestelde bepalingen of beperkingen. Ondanks een ongewone veelzijdigheid blijken er persoonlijke klemtonen te liggen op de vormelijke benadering. Van een constructieve realiteits-interpretatie via expressief gezwollen figuraties naar geometriserende oplossingen, voelt men een constante drang naar vernieuwing en verdieping. Als grootste gemene deler fungeert de kleur. Want Rik Brouwers is ongetwijfeld een bedreven colorist, die zijn palet ten dienste weet te stellen van een globale visie. Bovendien is hij een monumentalist: iemand die de schilderkunst ziet op basis van een groter (architectonisch) geheel en meteen de kleinste onderdelen op grootse wijze integreert. Ontwerpen voor glasramen - in volle Art Deco periode - illustreren zijn behoefte tot synthese. Trouwens, contacten met architect Berlage kaderen in zijn algemene tijdsaanvoeling.
De inhoud van een kunstwerk spreekt op de eerste plaats via de ‘voorstelling’, of het herkenbare onderwerp. Wat dit betreft blijken er enkele constanten aanwijsbaar. Er zijn de typische ‘realiteitsgebonden’ thema's, beantwoordend aan de klassieke
Rik Brouwers, ‘Kleine Kruisweg’, olieverf op triplex, 41 × 26,5 cm, vierde en vijfde statie.
genre-indeling: stilleven, landschap, figuur. Hierin krijgt men een uitgebreid gamma van vormelijke interpretaties, waarin een expressieve zin voor deformatie primeert. Anderzijds zijn er ook thema's met meer literaire betitelingen: ‘vruchtbaarheid’, ‘profane liefde’, ‘het dagelijks nieuws’, ‘de spijzen der aarde’. Hier wordt via associatieve ingrepen gestalte gegeven aan ‘menselijke’ inhouden. De kringloop van het leven, alles wat zich afspeelt tussen geboorte en dood horen bij de geliefde thema's van zowel symbolisme als expressionisme.
‘Bloei en ontbinding’, ‘het einde der dingen’ zijn titels die boekdelen spreken. Uiteindelijk is er ook onvervalst engagement: ‘verontreinigd water’, ‘de derde wereld’, ‘Hirosjima’. De bezorgdheid van Rik Brouwers overstijgt dus duidelijk het pure formalisme. De samenleving houdt hem bezig, ook in zijn negatieve aspecten.
Tien jaar na zijn dood werd Rik Brouwers' werk samengebracht in het Cultureel Centrum van Mechelen. Dit ging gepaard met de publikatie van een catalogus, waarin de kunstenaar en zijn oeuvre worden gesitueerd. De uitgave bevat teksten van Jaak Brouwers, die op uitvoerige wijze ingaat op stilistiek en chronologie, en van Hector Rombaut en Marc Bafcop.
Marc Bourgeois
Rik Brouwers 1904-1978, catalogus overzichtstentoonsteling C.C.A. Spinoy, Mechelen, 1989, 73 p.