Ons Erfdeel. Jaargang 33

De Franse Nederlanden

Samenwerkingsakkoord tussen West-Vlaanderen en ‘Le Nord’

De Provincieraad van West-Vlaanderen en de Conseil Général du Nord hebben op 16 oktober 1989 een intentieverklaring ondertekend. Met dit protocol wil men de samenwerking tussen de Provincie West-Vlaanderen en het Departement du Nord gevoelig uitbreiden.

Al op 28 oktober 1986 werd een overeenkomst gesloten waarbij men elkaar steun beloofde bij rampen en ernstige ongevallen. Nu wil men de grensoverschrijdende samenwerking uitbreiden op het gebied van de economische ontwikkeling, ruimtelijke ordening, onderwijs, toerisme, leefmilieu en cultuur.

Deze samenwerking zal worden geconcretiseerd door de oprichting van een ‘Permanente Gemengde Commissie’. De zetel van deze Commissie is voor het

[p. 142]

Departement du Nord gevestigd in Rijsel en voor de provincie West-Vlaanderen in Brugge; ook zal er een permanent secretariaat worden opgericht. Technische werkgroepen zullen de Commissie in haar werkzaamheden bijstaan.

Zowel de Conseil Général als het provinciebestuur vinden, in het licht van de eenwording van de Europese markt in 1992, nauwe samenwerking tussen twee zo centraal gelegen grensgebieden, noodzakelijk. Er wordt vooral gewezen op de noodzaak nieuwe verbindingswegen te realiseren. Aan Vlaamse zijde heeft men vooral in gedachte dat de Franse regering Rijsel wil uitbouwen tot hét knooppunt voor de TGV, van waaruit men met een snelle treinverbinding bijna heel Europa zal kunnen bereiken. Samenwerking tussen een aantal bedrijfssectoren ligt ook voor de hand. De (West)-Vlaamse ondernemingsgeest en het vakmanschap worden in Noord-Frankrijk zeer hoog geschat. Maar ook op het gebied van het onderwijs, en van het wetenschappelijk en technisch onderzoek willen beide regio's de banden nauwer aanhalen. Dit is zeker een belangrijk initiatief. Het ondertekende protocol is nog maar een intentieverklaring. Hoe deze goede voornemens in de toekomst zullen worden gerealiseerd, zal nog moeten blijken.

De werkloosheid blijft het belangrijkste maatschappelijke probleem voor Noord-Frankrijk. 12,9% van de beroepsbevolking is werkloos, terwijl dit cijfer voor heel Frankrijk op 9,6% ligt. In juli 1989 waren er in de regio Nord-Pas-de-Calais 212.496 werklozen. Vooral de werkloosheid onder vrouwen is hoog, 50% van de werkzoekende vrouwen is werkloos en 29,6% van de jongeren onder de 25 jaar.

In 1988 voerde de regio voor 101 miljard FF in en exporteerde voor 82 miljard FF. Met een omzet van 183 miljard FF bekleedt de regio Nord-Pas-de-Calais de derde plaats in de rij van Franse regio's. De Belgisch-Luxemburgse Economische Unie is de belangrijkste leverancier en Nederland komt op de derde plaats. Maar België is ook de belangrijkste klant van de regio, terwijl Nederland hier pas de vijfde plaats bekleedt.

Dirk van Assche

Bron: Note d'information Economique, Mensuel n^O 125, Augustus-september 1989, Comité d'Etudes Régionales, Economiques et Sociales, Rijsel.