Historische fantasie
Bob van Laerhoven (o1953).
De documentaire roman, die vaak geassocieerd wordt met de maatschappijkritische schriftuur van de jaren zestig, is - zeker in Vlaanderen - nog niet dood. Dat blijkt uit publikaties als Terug naar Kongo (1987) van Lieve Joris, Het koekoeksjong (1988) van Brigitte Raskin, en Het lange afscheid van Bob van Laerhoven. Van Laerhoven debuteerde in 1985 met de roman Nachtspel.
Van Laerhovens Het lange afscheid is een ambitieuze, 300 bladzijden tellende docuroman over de Tweede Wereldoorlog. Hij bestaat uit twee forse delen. Het eerste deel telt 40 hoofdstukken en beschrijft de onstuitbare opkomst van het fascisme in Duitsland tussen 1934 en 1938. Het tweede deel, dat 67 hoofdstukken bevat, speelt zich tussen 1940 en januari 1945 af. Treffend is de schrijnende beschrijving van het Poolse vernietigingskamp Treblinka. Met veel verve voert de roman de lezer in een cirkelbeweging mee van Dresden, over Rusland in (flash-backs), Frankrijk, Turkije, Engeland en Zwitserland naar Polen, om zo terug te keren naar Dresden. Meteen rijst de vraag: hoe kan iemand nog over Dresden schrijven na Het stenen bruidsbed (1959) van Harry Mulisch? Die vraag is me tijdens de lectuur door het hoofd blijven spoken en dat is eigenlijk geen goed teken. De onmiskenbare kwaliteiten van de roman, die ik hierboven reeds noemde, slepen je eerst mee. Af en toe struikel je wel over de redundantie, de wijdlopigheid, de tekst-en-uitleg van de opdringerige alwetende verteller, maar kom, de eerbied voor research en métier blijft het halen. Tot het einde nadert, en met dat einde, de hokus-pokus van de beroemde Zwitserse psychiater Jung, die als een deus ex machina bepaalde onwaarschijnlijkheden uit de roman komt verklaren, waardoor ze nog ongeloofwaardiger worden. Wat een stevig geconstrueerde en gedocumenteerde roman leek te zijn, is tenslotte slechts een wat feuilletoneske historische fantasie. Schrappen en eindigen: twee onderling samenhangende technieken die Van Laerhoven niet bezit. De auteur heeft geen enkel gevoel voor maat en wordt door zijn herhalingsmanie sterk voorspelbaar en dus vervelend. Alleen de filmshots in Trebelinka zijn echt doeltreffend: de naakte waarheid van de Endlösung laat je niet meer los. Maar zelfs dan raakt de auteur niet op het niveau van b.v. Duizend jaar Thomas (1979) van
Loekie Zvonik.
Het lange afscheid is opgebouwd rond de spiegeling tussen het leven van Hermann Becht uit Dresden, die we volgen tussen zijn 15de en 26ste jaar, en de geschiedenis van Duitsland. Precies die spiegeling wordt tot in het absurde doorgevoerd. Het lijkt er op het einde zelfs op dat Hermann, meer nog dan Hitler, het verloop van de Tweede Wereldoorlog heeft bepaald. Laat ik vooraf vertellen dat Hermann psychisch volledig geblokkeerd is door een alles verlammende vaderhaat. De vader is een typisch produkt van de Befehl-ist-Befehl mentaliteit. Door onderdanig en slaafs gekruip is hij van de SA via de SS bij de Gestapo terecht gekomen, als kampoverste van Treblinka, om daar-