Volgens de krant is een grondige mentaliteitsverandering bij de bevolking een conditio sine qua non. Omdat de komende jaren beslissend zullen zijn voor de regio ziet de krant heil in een Euregio-concept, waarbij men zich los kan maken van het centralisme van Parijs.
Door deze artikelenreeks werd de publieke opinie in Noord-Frankrijk duidelijk geraakt. Reacties van lezers vulden verschillende bladzijden van de februari-nummers en zij waren heel lezenswaard. Volgens een Rijselnaar is Rijsel een stad met een Europese roeping, maar op dit ogenblik worden buitenlanders er enkel in het Frans ontvangen en wegwijs gemaakt. Een docente aan de Rijselse universiteit schrijft dat het hoog tijd wordt dat de jongeren uit Noord-Frankrijk zich bewust worden van het belang van de kennis van vreemde talen en dan vooral van die van de belangrijke handelspartners aan de andere kant van de grens. Iemand anders wijst op de economische dynamiek van Belgisch-Vlaanderen en op de grootheid van de Nederlandse cultuur, en hij vindt de studie van het Nederlands van fundamenteel belang. Die stelling wordt nog versterkt door een andere lezer die de Franse televisie verwijt geen taalcursussen Duits en Nederlands te programmeren. Noord-Frankrijk moet zich op dit ogenblik behelpen met de Duitse en Nederlandse cursussen op de Franstalige Belgische zender RTBf.
In verschillende lezersbrieven wordt de eigen regio ‘Les Flandres’ vergeleken met Vlaanderen aan de andere kant van de grens op het terrein van economische conjunctuur, wegeninfrastructuur, stedenschoon, talenkennis... en telkens is de balans negatief voor de eigen regio. Het werkloosheidscijfer in het Noorderdepartement, weet een lezer te vertellen, bedraagt bijvoorbeeld meer dan 14 %, tegenover 2 % in de streek van Kortrijk en Gent, op nauwelijks 25 km van Rijsel. Niet zonder een vleugje nostalgie wordt gewezen op de vroegere grootheid van de Vlaamse steden Sint-Winoksbergen (Bergues), Belle (Bailleul), Duinkerke, Dowaai.
Jean Callens, directeur van een van Frankrijks grootste boekhandels in Rijsel, stelt in zijn lezersbrief dat het voldoende is om een uitstapje te maken naar dat Vlaanderen aan de overkant om te beseffen hoe mooi en welvarend het is, terwijl men aan Franse zijde ‘wacht op 1992 en gewichtig doet’. Ten slotte willen we nog wijzen op de reacties van enkele lezers die vrezen dat hun regio een nieuw Zuid-Engeland zal worden, of een Nederlandse kolonie (sic), want grondspeculaties zijn al volop aan de gang.
La Voix du Nord, Le Nord face à l'Europe, 13, 14, 18-19, 20 december 1988, 2, 3, 4-5 februari 1989.
Van 25 maart tot 9 april 1989 organiseerde de Vlaamse kuststad Nieuwpoort voor de vijftiende keer een Frans-Vlaamse Veertiendaagse. In het kader van de grensoverschrijdende samenwerking is dit een uniek initiatief, dat sinds 1975 elk jaar tijdens de Paasvakantie herhaald wordt. In die vijftien jaar heeft Nieuwpoort officiële contacten gelegd met heel wat Frans-Vlaamse steden en gemeenten, en met deze ontmoetingsveertiendaagse is men erin geslaagd om historisch gegroeide psychologische grenzen te doorbreken. Het programma verloopt elk jaar op dezelfde manier: er is een plechtige openingszitting met opening van een tentoonstelling, er zijn daguitstapjes over de grens, verschillende sportieve manifestaties, voordrachten, concerten... en er vindt telkens een optreden plaats van Flor Barbry's Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen. Ook van Frans-Vlaamse zijde wordt een programma aangeboden.
Dit jaar stond de FransVlaamse Veertiendaagse in het teken van de IJzer. Deze stroom ontspringt in de omgeving van het Frans-Vlaamse Broxele (toponymisch verwant met Brussel) en vloeit na 76 km in Nieuwpoort in de Noordzee. De IJzer heeft in de geschiedenis van de Vlaamse en de Franse Westhoek een belangrijke rol gespeeld. Verschillende gemeenten uit de IJzerstreek in Frans-Vlaanderen waren in Nieuwpoort te gast. Tijdens de openingszitting en op de tentoonstelling stonden de problematiek van de IJzervervuiling en de aftakeling van het IJzerlandschap centraal. In Nieuwpoort werd de wil uitgesproken om tot een Frans-Belgisch saneringsproject te komen.
Veertig jaar geleden werd aan de Rijselse Rijksuniversiteit de eerste cursus Nederlands gegeven in het kader van een ruillectoraat met de Rijksuniversiteit Gent. Vandaag is de Université Charles de Gaulle (Lille III) de enige universiteit in Frankrijk met Nederlands als hoofdvak op het programma; studenten kunnen er een licentie Nederlands behalen en promoveren tot doctor in de neerlandistiek. De uitbouw van de afdeling Nederlands is het resultaat van de jarenlange inspanningen van Prof. Walter Thys, die in 1953 het eenmanslectoraat (2 uur per week) overnam van Prof. Van Elslander. Dit jaar sluit hij zijn academische loopbaan af als hoofd van de Nederlandse afdeling waar 16 docenten samen 85 uur per week les geven aan 348 ingeschreven studenten. Met ingang van dit academiejaar wordt hij opgevolgd door Prof. G. Van de Louw, die de leiding had over de afdeling Nederlands aan de universiteit van Metz.
Ter gelegenheid van 40 jaar universitair onderwijs van het Nederlands aan de Rijselse Rijksuniversiteit - en tevens als afscheidsdocument - stelde Prof. Thys een brochure samen waarin een volledig overzicht gegeven wordt van de cursussen en van de activiteiten van de afdeling Nederlands.
Dirk Verbeke
w. thys (o.l.v.), L'enseignement du Néerlandais àl'université Charles de Gaulle - Lille III - en 1988-1989, Villeneuve d'Ascq, 1989, 128 p. (Centre d'Etudes neerlandaises / Flandre & Pays-Bas).