Zentrum für Niederlande-Studien te Münster
Op basis van het cultureel akkoord tussen Nederland en de Duitse Bondsrepubliek werden plannen gesmeed om in beide landen een instituut op te richten dat zich speciaal met de studie van het partnerland zou gaan bezighouden. In Nederland werd aan de universiteit Nijmegen een stichting in het leven geroepen die de oprichting van een instituut voor Duitslandstudies moest voorbereiden. Het is de bedoeling een leerstoel op te richten die door jonge Duitse gastprofessoren telkens gedurende één jaar wordt bekleed. Afwisselend zullen daarbij de vakken economie, rechten, sociale wetenschappen, geschiedenis en cultuur aan de orde komen. Voor de studenten zal een vierjarige leergang worden verzorgd. Verder is het de bedoeling jaarlijks naar aanleiding van de inaugurale rede van de nieuwe gasthoogleraar een symposion rond het door hem vertegenwoordigde vak te organiseren. Voor het jaar 1989 staan bijvoorbeeld de economische relaties tussen de Nederlandse en Duitse grensregio's op het programma. Ook kleinere internationale gesprekken zijn gepland, bijvoorbeeld over het beeld van Duitsland in de Nederlandse media. De Nijmeegse stichting bereidt verder ook de oprichting van een documentatiecentrum over Duitsland voor.
Onlangs is nu ook in Duitsland het initiatief genomen om een instituut voor Nederlandstudies van de grond te krijgen. De Minister van Cultuur van de deelstaat Noordrijn-Westfalen liet daartoe zijn keuze vallen op de Wilhelms-Universität te Münster, die al zeer lange tijd relaties met Nederland en Vlaanderen onderhoudt en een van de oudste en omvangrijkste Nederlandse docentschappen in de Duitse Bondsrepubliek herbergt. Bovendien is de Miinsterse universiteitsbibliotheek sinds jaar en dag belast met de speciale taak literatuur uit en over Nederland en Vlaanderen te verzamelen. Eerder toevallig is het feit dat er tussen de universiteiten van Munster en Nijmegen eveneens een partnerschapsverdrag bestaat.
Doel van het nieuwe ‘Zentrum für Niederlande-Studien’, waaraan een hoogleraar en een wetenschappelijke medewerker verbonden zullen zijn, is de coördinatie van alle op Nederland of Vlaanderen gerichte wetenschappelijke activiteiten uit de verschillende vakrichtingen aan de Münsterse universiteit. Geschiedenis, taal, cultuur, economie en kennis van land en volk zullen daarbij de zwaartepunten vormen en op al deze vlakken wordt interdisciplinaire samenwerking nagestreefd. Naar buiten toe zal het instituut zich presenteren door een leergang ‘Niederlande-Kunde’ voor studenten, een Nederlands gastdocentschap, colloquia en culturele manifestaties.
Op een feestelijk colloquium in het aloude bisschoppelijke paleis, dat nu de zetel is van de Miinsterse universiteit, hebben op 16 december 1988 in aanwezigheid van de rector en vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade te Bonn en van de Nijmeegse partneruniversiteit een twintigtal Münsterse hoogleraren hun diverse op Nederland en Vlaanderen gerichte activiteiten ontvouwd. De kwaliteit en de gevarieerdheid van dit aanbod, dat de vakgebieden taal, letterkunde, geschiedenis, kunstgeschiedenis, geografie en economie besloeg, wekt nu reeds hoge verwachting met betrekking tot het nieuwe instituut. Verheugend is eveneens het feit dat ook de stad Mónster zich niet onbetuigd heeft gelaten.
A. Berteloot