de artistieke opvoeding binnen het dagonderwijs én voor een degelijke artistieke opleiding van onderwijzers en leraren. 's Namiddags had nog een panelgesprek plaats en ter opluistering vertolkten ensembles van het Lemmensinstituut enkele instrumentale nummers.
Ter gelegenheid van dit colloquium gaf de stuurgroep een witboek uit, waarin een vijftigtal bijdragen werden verzameld van prominenten uit diverse maatschappelijke kringen: naast filosofen en pedagogen ook wetenschapslui en politici. Die teksten handelen over de waarden in het onderwijs, het belang van de mensvorming en de esthetische opvoeding, de verhouding cultuur en wetenschap.
Dat we momenteel in een hoogtechnische beschaving leven, zal niemand ontkennen en dat we daarvan ook de voordelen plukken zal geen sterveling betreuren. Maar die technologische wereld vertoont ook een onrustbarende keerzijde: ‘geestelijke armoede, ontologische leegte en louter materialistische instelling’ (M. Wildiers). Nog dramatischer is het, dat het onderwijs onbeschaamd en al te gemakkelijk op dat concept inspeelt. Rendement en nuttigheid zijn de dwingende normen. Techniek en wetenschap worden als het gouden kalf aanbeden en drukken het creatief denken en de zin voor schoonheid en verbeelding onbeschaamd in het verdomhoekje. Natuurlijk zijn die facetten en disciplines van belang in onze technologische wereld; men mag er zich echter niet blind op staren en ze zeker niet als het alleenzaligmakend doel koesteren. Wie jonge mensen uitsluitend in die technologische visie opleidt, creëert immers ééndimensionele individuen, die slechts een deel van hun menselijke capaciteiten en eigenschappen benutten en laten renderen. ‘Echte menselijke cultuur veronderstelt een soliede talige basis, een goed ontwikkeld historisch en ruimtelijk situatiebesef, filosofisch-religieuze ontwikkeling, fysische en psychische ontplooiing, ethische en esthetische rijping’ (H. de Jonghe).
Opvoeden betekent terecht - om het met de woorden van prof. J. Claes te zeggen - het wonder wijzen. Wat voor elke leraar waar is, geldt a fortiori voor de leraar artistieke opvoeding. Hij of zij is nodig om de leerlingen door verwondering en bewondering te leiden naar het creatieve en het schone, naar het bovenzinnelijke en het fantastische, naar de rijke maar vaak verborgen inhoud en symboliek in muziek en kunst. Opvoeding moet de totale mens aanspreken en optillen. ‘Elke opvoeding die nalaat de verwondering aan te scherpen, die de ervaring van kunst en schoonheid ontzegt of te schaars aanbiedt tijdens de daarvoor bijzonder gevoelige kinder- en jeugdjaren, brengt onherstelbare schade aan’ (E. Cardoen).
In een evenwichtige en volledige opvoeding, waarop alle jongeren recht hebben, kunnen kunst- en muziekbeleving nooit ontbreken. Het wordt hoog tijd dat de beleidsverantwoordelijken inzien dat artistieke opvoeding en muzikale opvoeding in het bijzonder algemeen vormende vakken zijn, waarin de totale mens met zijn verstand en vaardigheden, zijn gevoelen en ziel, zijn fantasie en sociale attitudes en noem maar op aan zijn trekken komt. En laten we toch ook niet vergeten: ‘onze cultuur heeft in 25 eeuwen te veel duurzaams en waardevols opgeleverd om het nu in een roes te laten verstikken of achteloos overboord te gooien. De jongeren zullen uiteindelijk zelf kiezen wat ze willen. Maar hen er niet op attent maken dat er nog iets anders te beluisteren en te beoefenen valt, zou een abdicatie betekenen van de opvoedingsverantwoordelijkheid. Het is een ethische opdracht telkens weer kansen te scheppen tot vollediger mens-zijn (R. Van Driessche).
In het licht van de vorige beschouwingen en citaten lijkt de eis van de stuurgroep aan het adres van de beleidsverantwoordelijken nog heel gematigd: zowel in de basisschool als in alle afdelingen van het volledig middelbaar onderwijs een minimale aanwezigheid van één lesuur muzikale opvoeding per week, te geven door pedagogisch geschoolde vakleerkrachten. En nu maar hopen dat al die mooie woorden en beginselverklaringen ook resultaten opleveren in de samenstelling van het lessenpakket.
Hugo Heughebaert
Meer cultuur op school. Witboek voor de muzische vorming en de muziek, onder redactie van Mark Reybrouck. lnterdiocesane Stuurgroep Muzikale Opvoeding, Leliestraat 22, 8100 Torhout.