Guildenstern hun ‘spelletjes’, met name taalspelletjes, om de tijd te ‘doden’. Pinteriaans is het territorium gevecht en de wisselende overhand tussen de toneelspelers en Rozencrantz en Guildenstern. Van Shakespeare zijn natuurlijk de figuren en het Hamlet plot dat hier vanuit een ander perspectief wordt gezien - zeg maar bij voorkeur van achter de coulissen. Stukken van Pirandello als Zes personages op zoek naar een auteur en Hendrik IV stellen de vraag aan de orde ‘Wat is de werkelijkheid?’ aan de hand van het verschil toneelwerkelijkheid en realiteit. Rozencrantz en Guildenstern borduurt duidelijk door op al deze elementen.
Natuurlijk heeft Stoppard zijn eigen stokpaardjes daaraan toegevoegd. De thema's dood en lot nemen een zeer prominente plaats in. De dood is onvoorstelbaar en daarom op het toneel niet te acteren. Rozencrantz en Guildenstern handelen niet; zij zijn speelbal van de gebeurtenissen. Er moet een moment geweest zijn waarop ze hadden kunnen ingrijpen. Maar dat moment is voorbij en ze weten niet eens welk moment het geweest is.
Greidanus heeft op deze bruiloftstaart nog een laagje gebouwd door in zijn regie te verwijzen naar de Hamlet voorsteling van de Appel eerder dit jaar. Hijzelf was in die voorstelling Hamlet en hij is het nu weer. De koning en de koningin uit Hamlet, Linsen en De Jong, zijn in Rozencrantz en Guildenstern in een soort reportage stijl ingelast: zij zijn op film opgenomen. Door bij de opnamen gebruik te maken van sterke close ups zijn ze extra eng geworden. Bovendien zijn zij het die het lot van Rozencrantz en Guildenstern lijken te bepalen. Zij behoren niet tot de werkelijkheid van het toneelstuk: zij staan daarboven of daarbuiten. In het toneelstuk weet niemand waar hij aan toe is. Door gebruik te maken van de filmbeelden wordt de afstand geaccentueerd, maar vooral het feit dat koning en koningin helemaal niet bij het stuk horen.
De taart kan nog zo mooi zijn, iemand moet hem toch aansnijden. De weg van het krentenbollen koffertje van Okki Trooi en de grillen van koningin Fifi is lang; Willem Wagter en Henk Votel hebben hem met succes afgelegd. Zij zijn welhaast het volmaakte toneelduo: Wagter lang en mager, Votel klein en vol; Wagter traag en deerniswekkend, Votel kwiek en pienter. Jarenlang waren ze al leuk; met de jaren is ook de diepte gekomen.
Als Rozencrantz en Guildenstern zijn ze nog steeds leuk. Maar de desolaatheid van hun karakters is groot: die zijn verloren geraakt in een spel dat te groot is voor hun bescheiden verstand. Hun kameraadschap gaat ver, maar houdt op bij de dood. De band is zeer tastbaar en daardoor ook de eenzaamheid van het eind.
Rozencrantz en Guildenstern van de Appel is een voorstelling waarbij iedere kans benut lijkt om creatief te zijn met de originele tekst van Stoppard, zonder dat het origineel geweld is aangedaan.
Chaim Levano is, naast vele andere activiteiten, al jarenlang bezig met dada, en met name met het werk van de Duitser Kurt Schwitters. Samen met Carel Alphenaar heeft hij nu een groep opgericht, Oerisol, die in drie seizoenen drie voorstellingen zal maken. Een uur oponthoud, met Anna Blume, is het eerste produkt van Oerisol.
De voorstelling is, zoals Oerisol het noemt, een versnijding van het toneelstuk Eine Stunde Aufenhalt uit 1934 en teksten uit de bundel Anna Blume und ich, beide van Schwitters. Het geraamte van de voorstelling is het toneelstuk; daar doorheen zijn de Anna Blume teksten gevlochten.
Het plot van het stuk is vrij simpel. Twee vrienden bespreken het huwelijk van een van de twee; er is iets vreemds met de echtgenote: die zit maar voor het raam naar het station te kijken en te wachten op de man die alles an-