summier beschreven als ‘work-point’) handelt over een vrouw die gefascineerd wordt door de wisselwerking van het unieke en de herhaling in de erotische relatie die zo een emotioneel jachtterrein wordt waar zij tegelijk jager en wild is en waar haar vrouwelijke (aantrekkings)kracht volgens dezelfde paradoxale wetten samenvalt met haar menselijke zwakheid. Om die reden houdt zij er minnaars op na: zij moeten de geborgenheid van haar huwelijk (waar geborgenheid eigenlijk continuïteit betekent) corrigeren door die ter discussie te stellen, maar ook voor de ondergang behoeden door de erotische attractie steeds weer te vernieuwen. Zij wordt letterlijk gebiologeerd door het perspectief van mogelijkheden die onvermijdelijk naar onverzoenlijke standpunten leiden en dus in onmogelijkheden resulteren. Zij wil verleiden, ontdekken, proeven, genieten en steeds weer eindigen, omdat de begeerte een unieke situatie altijd opnieuw laat herhalen en daardoor zichzelf en haar object ontkracht. Als de man ingaat op haar avances, haar begeert, van haar gaat houden, is het doel bereikt: ‘Eindelijk is hij geworden zoals ze hem wil: zoals ze hem niet zal blijven willen’ (p. 83). Toegepast op een kunstenaar, c.q. een schilder, is het resultaat dubbel: zij beheerst ook zijn creativiteit en leidt de concurrentie tegen zijn modellen die immers potentiële minnaressen zijn. Het gevolg is dat ze hem doet lijden en in dat opzicht als minnares een model wordt, aangezien zij de obsessie binnen zijn bereik brengt. Maar haar levensfilosofie indachtig, heeft zij vóór deze ‘unieke’ relatie hetzelfde met ‘de Vorige’ ervaren, zodat de Merkwaardige Lus van modellen zich steeds verder ontrolt.
Patricia De Martelaere heeft dit thema origineel uitgewerkt: zo dient het tweede deel in het eerste a.h.w. ingeschoven te worden om de nodige nuances aan te brengen. Maar ook die nuances zijn nergens expliciet geformuleerd: geen grote gevoelens, geen
Patricia de Martelaere (o1957).
grote woorden, geen hartstocht in letters gebrand. Alles blijft bij een onderkoelde constatering die gedaan wordt in afgemeten, uit nuchtere woorden opgebouwde zinnen. De röntgenfoto van een passie.
Paul van Aken
patricia de martelaere, De schilder en zijn model, Meulenhoff/Amsterdam, Kritak/Leuven, 1989, 124 p.