Film
Posthume Erasmusprijs voor J. Ledoux
Merkwaardig is het dat België, een zowel wat de Nederlandstalige als wat de Franstalige film-produktie betreft arm filmland, over een Koninklijk Filmarchief van wereldfaam beschikt. De uitbouw van de unieke verzameling - heden ten dage ongeveer 45.000 films - is het werk van Jacques Ledoux, die op 6 juni 1988 overleed. Dat het leven van Ledoux, als conservator en eminent promotor van de filmcultuur, niet over rozen liep, blijkt uit de geschiedenis van ‘zijn’ Filmarchief.
Zoals vele archieven is ook de Belgische cinematheek ontstaan uit een filmclub, nl. uit de Franstalige Brusselse ‘Club de l'Ecran’, in 1931, gesticht door de cineast Henri Storck, André Thirifays en de latere minister Piet Vermeylen. Nauwelijks een jaar na de oprichting van het Franse filmarchief door Henri Langlois en Georges Franju in 1937 te Parijs heeft ook Brussel een tweetalige Cinemathèque de Belgique, later omgedoopt in Koninklijk Belgisch Filmarchief.
De eigenlijke werking begint echter pas na de Tweede Wereldoorlog, toen de jonge J. Ledoux door Storck en Thirifays als eerste bediende werd aangesteld.
Door de organisatie van een aantal belangrijke manifestaties, o.m. het Wereldfestival van de Film (in 1947 te Brussel en in 1949 te Knokke) en de Confrontatie van de 12 beste films aller tijden tijdens de Wereldtentoonstelling te Brussel in 1958, wist het Brusselse archief al vlug internationaal aanzien te krijgen. In 1962 slaagt Ledoux erin een Filmmuseum op te richten. De inmiddels al uitgegroeide verzameling kan voortaan ook voor het publiek geprojecteerd worden. Vanaf dat moment organiseert Ledoux opvallende retrospectives. Hij zorgt er eveneens voor dat stille films in hun originele projectiesnelheid (16 of 18 b/s) worden gedraaid. De voorstellingen in het Filmmuseum zijn zo belangrijk dat Franse cineasten als Truffaut, Chabrol en Tavernier naast jonge Vlaamse filmmakers als Marc Didden (Brussels by Night) en Dominique Deruddere (Crazy Love) beweren er hun vorming aan te danken te hebben.
Behalve aan de uitbouw van een bijzonder rijke verzameling is de naam van J. Ledoux ook verbonden aan de internationale festivals van de experimentele film, Exprmtl, waarvan het eerste festival in 1949 en het vijfde en laatste in 1975 plaatsvond. In 1975 creëert Ledoux bovendien de jaarlijkse L'Age d'Or-prijs, waarbij een jury op zoek gaat naar de film ‘die het meest beantwoordt aan de vernieuwende inspiratie van Luis Bunuels gelijknamige klassieker’. Door middel van dergelijke competities wilde hij bijzondere niet-commerciële films een kans op distributie geven. Daarnaast verricht Ledoux in het archief zelf pionierswerk op het gebied van het bewaren van films. Zo ontwerpt hij een procédé om kleurfilms vierhonderd jaar te bewaren. Bij het herstellen van films als Napoleon van Abel Gance is hij met zijn wetenschappelijke vorming als ingenieur de leidinggevende figuur.
Het Koninklijk Belgisch Filmarchief bezit dankzij Ledoux niet alleen een enorme collectie films maar beschikt tevens over de technische structuur om films optimaal te bewaren.
Helaas worstelt de instelling al jaren met onoverkomelijke financiële problemen. Daardoor komt het dat een complete inventaris vandaag de dag nog ontbreekt, dat minstens 2000 nitraatfilms heel dringend gekopieerd dienen te worden op moderne acetaatpellicule en dat het archief en zijn documentatiecentrum moeilijk toegankelijk zijn voor filmonderzoekers.
Slechts met de dood van Jacques Ledoux begint de overheid
Joris Ivens (o1898).
in te zien dat een belangrijke instelling als het Filmarchief recht heeft op enige financiële zekerheid. De sobere viering van de vijftigste verjaardag van het Filmarchief en het vijfentachtig-jarig bestaan van het prestigieuze Filmmuseum heeft J. Ledoux niet meer meegemaakt.
Op 16 november 1988 overhandigde Prins Bernhard in Amsterdam aan Mevrouw J. Ledoux de Erasmusprijs. Volledig in de geest van de overleden conservator gaat het geldbedrag (200 000 gulden) naar de organisatie van de L'Age d'Or - competitie. De biografie over deze te vroeg overleden filmpionier heet terecht: A true love for cinema.
Wim de Poorter