in niet minder dan zes bioscoopzalen te zien waren, kwamen de organisatoren in 1988 met vier speciale evenementen: de Italiaanse superproduktie Cabiria (1915) van G. Pastroni, Visages d'Enfants (1925) van J. Feyder, waarvoor de Vlaming Fred Brossé een nieuwe filmmuziek schreef, de inmiddels traditionele Night of Great Movie Music en de reprise van L'Hirondelle et la Mésange (1920), die te Gent in 1986 zijn wereldpremière beleefde. De band van deze laatste film werd immers pas in 1982 in de Cinémathèque van Parijs teruggevonden. Henri Colpi zorgde voor de montage en R. Alessandrini voor de muziek. L'Hirondelle is vooral belangrijk omdat hij volledig in het Vlaanderen van toen is opgenomen.
Vergeleken met de diverse secties, waarin de nog steeds meer dan talrijke films zijn ondergebracht, viel ook dit jaar het ‘Belgische filmvenster’ weer schraal uit. De nieuwe Vlaamse produktie De kollega's maken de brug van Vincent Rouffaer bleek inderdaad niet meer te zijn dan een weinig creatieve bewerking van het populaire t.v.-feuilleton, dat op de BRT 39 afleveringen kende. Samengevat gaat het om de koldereske belevenissen van een aantal ambtenaren en secretaresses, die per vergissing op een vrije dag hun kantoren op het Ministerie betrekken. Het klakkeloos vertalen van de Franse uitdrukking ‘faire le pont’ is symptomatisch voor een produktie die louter om commerciële redenen is opgezet. Een prestigieus internationaal festival als dat van Gent kan het zich toch eigenlijk niet meer veroorloven met een dergelijke derderangs-produktie uit te pakken.
De Vlaamse filmeer werd gelukkig gered op de Vierde Nacht van de Film. De jaarlijks uitgereikte Joseph Plateau-prijzen gingen o.a. naar André Delvaux voor zijn Franstalige film L'oeuvre au noir en naar Nicole Van Goethem voor haar tekenfilm Vol van Gratie. Delvaux werd bekroond als beste Belgische regisseur en Van Goethem als realisatrice van de beste Belgische korte film. Vol van Gratie is de tweede film van Nicole Van Goethem, die een paar jaar geleden met Een Griekse Tragedie al een Oscar veroverde. Haar tweede film mist, wat het scenario betreft, de originaliteit van haar eerste. Het gaat om drie nonnen die zich in een sex-shop enkele kaarsen aanschaffen. Het aansteken valt vanzelfsprekend niet erg mee. Tot ze na enige informatie de functie ervan ontdekken en ‘vol gratie’ vervuld raken. De animatie en de schitterende achtergrondtekeningen bevestigen niettemin het talent van de cineaste. Als hommage aan haar talent en doorzettingsvermogen werd rond haar werk een boeiende tentoonstelling georganiseerd, die niet alleen te zien was in enkele Vlaamse steden en in Amsterdam, maar ook in Québec.
Hoewel de organisatie, met name van de evenementen, niet vlekkeloos verliep, heeft het Gentse Filmgebeuren opnieuw voldaan aan het oorspronkelijke opzet van zijn initiatiefnemer Ben ter Elst, nl. ‘het publiek de kans geven films te zien die de Belgische bioscopen nauwelijks of niet bereiken en vooral een filmcultuur handhaven in een klimaat van beeldconsumptie en nivellering’.
In Gent is het nu uitkijken naar de reusachtige tentoonstelling Cités-Cinés, die vorig jaar in La Grande Halle de la Villette in Parijs een fenomenaal succes werd. Cités-Cinés is van 17 februari tot 2 mei 1989 in het Floraliënpaleis te zien. Deze tentoonstelling vormt het sluitstuk van de jubileum-editie van het Internationaal Filmgebeuren van Vlaanderen.
Wim de Poorter