lichamelijke overgave impliceert verzakelijking en vervreemding, en bovendien heeft iedere menselijke leefwereld voldoende waarden om het gelijk van zijn bewoner te staven, zodat elke conversatie (als beginfase van een diepere relatie) stagneert en nooit doorstoot tot het niveau waarop beide partners hun denk- en handelwijze kunnen doen samensmelten. Zodat de relatie afspringt of doodbloedt en de mens achterblijft met een bittere nasmaak van onmacht en frustratie.
Deze uiterst complexe problematiek vormt zo'n beetje de rode draad die door het nieuwste boek van Kristien Hemmerechts (Brussel, 1955) loopt, een vrij lijvige verhalenbundel die de titel Weerberichten heeft meegekregen. Die titel slaat niet op een van de twintig verhalen en dus ook niet op de thematiek, maar verwijst naar de stijl die Hemmerechts bij het schrijven heeft gehanteerd: een afstandelijke, onderkoelde stijl, ontdaan van franjes en andere decoratieve elementen, waarin nuchter en zakelijk verslag wordt uitgebracht over wat men de werkelijkheid pleegt te noemen. Maar zoals een weerbericht grotendeels voorspelling blijft en slechts een mogelijke evolutie van de realiteit beschrijft, zo zijn ook deze verhalen pogingen om de diepere aspecten van de menselijke en sociale werkelijkheid te verklaren. In dat opzicht bevat de titel een verrassingselement, want het ‘echte’ leven is vaak zo bevreemdend en ongrijpbaar; dat erover spreken niets meer met objectiviteit en realiteitszin te maken heeft. Hemmerechts waagt zich bovendien zelfs niet aan een voorspelling: zij beschrijft wat haar personages ervaren, maar stelt daarbij zoveel impliciete vragen dat zij nooit binnen het bestek van het verhaal kunnen worden beantwoord. Indien de lezer dan ook teleurgesteld zou zijn, dan is dat niet te wijten aan artistiek onvermogen van de auteur, maar een rechtstreeks gevolg van haar levensvisie waarin menselijke relaties, de bezinning op verleden en toekomst, de kritiek op
K. Hemmerechts (o1955).
de opvoedingspatronen en het onderzoek van communicatie(stoornissen) centraal staan. Men herinnert zich haar debuutroman
Een zuil van zout (1987).
Qua inhoud zijn de twintig verhalen uit Weerberichten erg verscheiden, maar de bevreemdende sfeer waarin de personages met elkaar omgaan, keert vaak genoeg terug om van een structuur in deze bundel te kunnen spreken. Steeds weer komt de vrouwelijke hoofdpersoon in een situatie terecht waar zij veel van verwacht voor haar emotioneel en existentieel evenwicht, maar steeds weer moet zij ondervinden dat relaties stranden op een massa problemen die men aanvankelijk niet vermoedde, maar die op den duur dominerend gaan worden en het geluk in de weg staan. Haar mannelijke (en soms vrouwelijke) partners maken immers ook een evolutie door en dat kan fataal worden voor de verstandhouding en de relatie. Daarbij speelt de seksualiteit een grote rol, maar ook daarover schrijft Hemmerechts opzettelijk onderkoeld, omdat het hier het terrein hij uitstek geldt waarop velen zich geremd voelen en waar de verlangens vaak onuitgesproken blijven. Die filosofie heeft enkele van de mooiste verhalen uit de bundel opgeleverd, zoals Zusters (een seksueel trauma), Eiland (het verlangen), Odalisk (rivaliteit en frustratie), Bloembakken (het bedrieglijke in iedere relatie), Sneeuw (ontgoocheling en wraak) en Kinderen (de driehoeksverhouding als symbool voor de complexiteit van elke relatie). In feite zijn ze alle variaties op eenzelfde thema en in die zin een verrijking van de problematiek. Zes verhalen werden oorspronkelijk in het Engels geschreven en door Geert van Istendael vertaald.
Paul van Aken
kristien hemmerechts, Weerberichten, Houtekiet, Antwerpen , 1988, 213 p.