Wilfried Pas, ‘Poëet’, diverse materialen, 50 cm hoog, 1985.
heeft slechts weinig met afmetingen te maken. Iedere dag, zegt hij, loop ik in de Academie langs één van de afgietsels van een Parthenonbeeld. Het is nauwelijks meer dan levensgroot maar in Athene lijkt het enorm. Naast portretten en vrije compositiebeelden ontstonden tijdens een bepaalde periode kijkkasten, taferelen opgesloten in houten kasten
Wilfried Pas, ‘Sfinks’, diverse materialen, 30 × 50 cm, 1986.
met een glazen raam. Ook in die werken was de thematiek de bittere mens-ervaring en de dood en ook een verwijzen naar een tragische erotiek. De meest recente werken zijn relatief klein van formaat, grijsachtig van tint en geven, misschien wat soberder, maar nù met een meer poëtische toets, opnieuw zicht op situaties waarin de absurditeit van het bestaan, zoals het in de geest kan ontstaan, op een persoonlijke wijze geconcretiseerd wordt.
Waar is Pas als kunstenaar te plaatsen? Misschien in de traditie van Ensor, bij wie ook ironie, maatschappijkritiek en een vorm van zelfontleding aan de orde kwamen. Maar dit is slechts een losse gedachte want eigenlijk is dit werk gewoon zichzelf, lokkend en afstotend tegelijk, agressief en toch door een zekere tederheid gevoed, geëngageerd maar met enige gereserveerdheid, broos maar krachtig, bitter vaak maar soms sarcastisch.
Ik wil, zegt de kunstenaar terloops, ooit nog eens een beeld maken waarom de toeschouwer hartelijk, ongecompliceerd zal kunnen lachen. Dat is niet de taal van een bitter man.