Centre for Low Countries Studies
Aan de Universiteit van Londen wordt sinds kort na de Eerste Wereldoorlog Nederlandse taal, literatuur en geschiedenis gedoceerd. Jarenlang echter waren de leerstoelen voor Nederlandse geschiedenis en voor Nederlandse taal- en letterkunde in verschillende ‘Colleges’ van de universiteit ondergebracht. Contact was er nauwelijks, want net als in Oxford en Cambridge bestaan de Londense Colleges grotendeels onafhankelijk van elkaar. In die toestand is enkele jaren geleden verandering gekomen. Een reorganisatie binnen de universiteit zorgde ervoor dat de beide studierichtingen die zich met de Lage Landen bezighielden, elkaar weer vonden op University College London (UCL), het oudste en wellicht meest prestigieuze College van de universiteit. Toen daar ook nog een kunsthistoricus werd benoemd die zich op de Vlaamse en Hollandse schilderkunst van de Renaissance en de Gouden Eeuw zou toeleggen, werd besloten de aanwezige krachten te bundelen.
Het onlangs opgerichte ‘Centre for Low Countries Studies’ is een multidisciplinair samenwerkingsverband, dat erop gericht is de studie van de taal, cultuur en geschiedenis van de Lage Landen te stimuleren en meer ruchtbaarheid te geven in Groot-Britannië en in de Engelssprekende wereld in het algemeen. Verscheidene nieuwe ontwikkelingen werden inmiddels aan de gang gebracht. Zo zal het vanaf oktober 1988 mogelijk zijn op University College London de graad van ‘Master of Arts’ te behalen in ‘Culture and History of the Dutch Golden Age’, na een cursus die de geschiedenis, kunstgeschiedenis en letterkunde van de Gouden Eeuw op elkaar betrekt. Het Londense tijdschrift Dutch Crossing, dat reeds enige jaren geleden inhoudelijk verruimd werd en nu niet alleen taal- en letterkunde maar ook (cultuur)geschiedenis en sociale wetenschappen omvat, verschijnt vanaf dit jaar onder de auspiciën van het ‘Centre’, waar overigens een cumulatief register op de eerste tien jaargangen van het blad gratis verkrijgbaar is.
Het meest ambitieuze initiatief van het ‘Centre’ betreft de grootscheepse conferentie ‘The Low Countries and the World’, die van 12 tot 15 april 1989 op University College London gehouden zal worden. Het centrale thema van de conferentie is de historische situering van de cultuur van de Lage Landen in een breed internationaal perspectief. Een groot gedeelte van de conferentie zal bestaan uit een reeks interdisciplinair opgezette workshops gewijd aan afzonderlijke periodes (Middeleeuwen, Renaissance, Gouden Eeuw, Verlichting en Romantiek, Moderne tijd). Als plenaire sprekers treden op de historici E.H. Kossmann (Groningen) en Simon Schama (Harvard), de Neo-Latinist Jozef IJsewijn (Leuven), de mediëvist W.P. Gerritsen (Utrecht), de taalkundige J.W. de Vries (Lei-