gende natuur, wil de natuur zo weinig mogelijk storen en er misschien iets aan toevoegen. Een ander deel zegt iets over de stand van zaken in de natuur en in enkele kunstwerken reageren kunstenaars op de hele situatie, op de manifestatie waarin beelden versiering zijn van de wandeling van de toevallige bezoeker, waarin beelden onterecht, (ze kunnen nooit in verhouding tot de natuur bestaan, is de gedachte) neergezet worden en daardoor een vergelijking moeten aangaan met de natuur.
De verrassende en sfeervolle wandeling in dit prachtige nieuwe beeldenbos begint bij de poort van Ruckriem. De poort trekt de aandacht en lokt wandelaars misschien om door deze Egyptische deur binnen te gaan. Het beeld doet denken aan de grafdeuren van een piramide: deuren naar de schatkamer van de gestorven farao met allerlei kostbare zaken, meegegeven voor na het leven. En een schatkamer is het, alles wat de wandelaar hierna te wachten staat.
Om te beginnen het kleine beeldje van Carel Visser, dat de vorm van het plasje waar het bij staat weerspiegelt. Het is symmetrisch zoals altijd bij Visser en valt niet erg op in het geweld van de natuur. Doorlopend zie je als bezoeker steeds in de verte of plotseling vlakbij een beeld opdoemen, soms vreemde bouwsels, soms een beeld als vlinders in de bomen, soms vreemde, organische vormen in het bos die van brons blijken te zijn. Even na het beeldje van Visser lijkt er een blokhut in het bos te staan. Stammen zoals die van de bomen maar hoe hoger je kijkt hoe completer de blokhut wordt. Het blijkt een tempel van Pjotr Müller te zijn, getiteld ‘To Noumenon’. Bovenin zitten vier monniken van hout voorovergebogen te mediteren. De tempel staat prachtig in het bos en geeft de wandelaar even de mogelijkheid over de natuur en de kunst na te denken. Een ander bouwsel, geen tempel, maar eerder een middeleeuws kasteel, bouwde Kirkeby van baksteen. Het is minder duidelijk maar ook hier kan je naar binnen om je werkelijk in de middeleeuwen te wanen als schone jonkvrouw of dappere ridder. Het gebouw is van baksteen zoals Kirkeby ze veel maakte, maar dit beeld krijgt een extra lading door de plek zo midden in het bos en zo haaks op de natuur. En zo volgt het ene mooie, lelijke, interessante of onbegrijpelijke beeld na het andere.
Verderop bijvoorbeeld staan nog twee zeer intrigerende beelden, van Maria Nordman en Cornelius Rogge. Het zijn heel simpele gesloten bouwsels. Van Maria Nordman een hut, een ruimte zoals ze ze eerder maakte, waar het gaat over het licht en de atmosfeer in die ruimte, hier dan in tegenstelling tot de enorme, overweldigende ruimte buiten, en daarnaast de tent van Cornelius Rogge, ‘Mastaba’ geheten.
Verreweg het mooiste beeld vind ik. Het staat als een tent opgesteld midden in het bos. Je kan er niet in, het is gesloten, het tentdoek is bewerkt met een soort asbest en heeft een prachtige bruine kleur.
Als we het beeldenbos opvatten als een rijk graf waarvan de ingang gevormd wordt door de stenen van Rückriem en waar we in kunnen om te genieten van de rijkdommen binnenin, kunnen we deze mastaba zien als een graf waarvan de inhoud voor ons verborgen blijft. Het is een prachtig beeld, volkomen in overeenstemming met het bos, in kleur en vorm, waarvan de inhoud nooit geopenbaard zal worden. Zoals ook de volledige inhoud of de complete waarheid van kunst nooit naar boven komt. In ieder beeld zien we slechts deeltjes van de waarheid.
Door de poort van Morellet lopen we dan het beeldenpark en de beeldentuin in waarna we het museum ingeleid worden. En plotseling, als de suppoosten ons herhaaldelijk achtervolgen om te zeggen dat de paraplu naar de garderobe moet, blijkt dat hier een onverwacht probleem opduikt. Er moet een garderobe