Hugo Raes (o1929).
bepaald ogenblik niet meer ziet zitten in het onderwijs en vervolgens met vervroegd pensioen gaat. In de vrije tijd die hij nu in overvloed heeft, besluit hij uiteindelijk toe te geven aan zijn oude passie: schilderen. Hij huurt een kamertje en ontvangt er modellen die hij als kunstenaar, maar ook als sensueel man, gretig observeert. Henk, die zich als kunstenaar Dick noemt en daarmee zijn moderne, nog steeds jeugdige instelling wil beklemtonen, is echter nog niet helemaal losgeraakt van zijn leven als leraar. Voortdurend wordt hij eraan herinnerd: een belsignaal, kinderen op straat, een lastig broekemannetje dat zijn moeder het leven zuur maakt, het zijn stuk voor stuk aanleidingen om het mechanisme van de herinnering en de associatie in werking te zetten en op die manier een gedachtenstroom los te weken. De techniek doet vertrouwd aan: ook in
De vadsige koningen dreef een man op de stroom van zijn herinneringen en associaties en was die toestand van verlaagd bewustzijn een uitstekend middel om een beeld van de maatschappij te schetsen. Dick Elst probeert het leven echter bewuster vast te houden en te exploreren, maar ook hij ontsnapt niet aan de dubbele werking van de tijd die hem nu eens teruggooit op het verleden, dan weer ertoe aanzet de toekomst zo intens mogelijk te beleven. Erotiek en seksualiteit spelen daarbij een belangrijke rol, en ook dat zal de trouwe lezers van Raes niet verwonderen. Netjes gedoseerd illustreren enkele typische scènes de leerschool van het leven: de eerste seksuele ervaring, het onvermijdelijke geflirt en zelfs overspel met een collega, de nieuwsgierigheid naar het verbodene, wat in de roman wordt gesymboliseerd door de pornofilm, waarvan Elst de opnamen mag bijwonen en waarbij hij op een pijnlijke manier met een oudleerling wordt geconfronteerd. Het zijn inderdaad de dingen des levens,
eigenlijk niet meer dan toevalligheden die in ieders leven kunnen binnensluipen en de mens (tijdelijk) op een dwaal- of zijspoor kunnen rangeren. Dat geldt ook voor Henk: hij blijft zijn vrouw Inge immers trouw en geniet zelfs volop van haar nog jeugdige schoonheid. Dat eros ook op school aanwezig is, vormt een ander thema dat dit keer herinnert aan
Een faun met kille horentjes, de roman die bij verschijnen nogal wat deining veroorzaakt. In
De strik biedt Raes ons een weliswaar subtiel, maar toch overtuigend gamma van erotische mogelijkheden, die natuurlijk voorbeeldig passen in de levensbeschouwing van de gevoelige en zinnelijk aangelegde leraar-schilder. Dat die daarbij commentaar heeft op de typische onderwijstoestanden, behoeft zeker geen betoog. Nu eens bitter, dan weer humoristisch worden het onderwijs en de onderwijsmensen getekend, maar van kapitaal belang blijft de visie op de school als voorafschaduwing van de maatschappij der volwassenen, waar de underdogs naast de profiteurs moeten bestaan. Daarnaast bevat het boek nog een andere dubbele bodem: Henk had als leraar de bijnaam De strik, niet alleen omdat hij altijd een vlinderdasje droeg, maar ook omdat hij voortdurend strikvragen stelde. Nu begint en eindigt het boek met de vraag van een (potentieel) model om voor hem te poseren. Hoogst waarschijnlijk zal hij ook op de laatste vraag ingaan en daarmee een taboe doorbreken door een leerlinge te portretteren in een naaktstudie, zodat een nieuwe vicieuze cirkel van aantrekking en verbod kan