functies, zoals script girl of regieassistente. Het vervullen van deze functies heeft natuurlijk gezorgd voor een achtergrond van deskundigheid. En de aanwezigheid van een dergelijke achtergrond kan niet aan Breebaart worden ontzegd. Maar toch weer niet op een indrukwekkende manier; op zijn best kan gezegd worden, dat in de komende tijden voor Willy Breebaart toch bevredigender werk moet zijn weggelegd.
In een interview voor het informatieve orgaan De Filmkrant zegt Breebaart ‘een grote voorliefde (te hebben) voor het werken met acteurs’. Dat is bij haar in de eerste plaats een kwestie van mentaliteit. Bij veel debuterende cineasten dient zo'n uitspraak ter verdoezeling van een tekort aan beeldende creativiteit. Dan dient zo'n ‘menselijkheids verklaring’ als excuus voor het manco aan dramatiek in haar ruimste betekenis Breebaarts film laat overigens wel toe, dat je dóór de nogal zwakke persoonlijke dramatieken heen, de mogelijkheden ziet schemeren van een minder zwakke openhartige visie op de vele en in hun veelheid afwisselende menselijke gevoeligheden of het tegendeel daarvan menselijke ongevoeligheid, tot wreedheid toe.
De hoofdpersoon in de film is de journalist Peter, die een alcoholist is, aan wie het schrijven van een artikel moeite kost. Hij compenseert dat door drankmisbruik, dat hem op de duur tot een soort delirium brengt. Een vriend van hem is Harry, een collega van hem, die onder invloed van alcohol een jong meisje heeft dood gereden en tot het nuttigen van tomatensap is ‘afgedaald’. De film suggereert dat Peter onder invloed van liefdesperikelen die door zijn drankzucht zijn ontstaan tijdelijk de drank afzweert en zijn artikel af maakt, maar aan het slot van de film toch weer een pilsje aan de mond brengt.
De conclusie is, dat Willy Breebaart een beheerste tragiek heeft ingeruild voor een te gematigde dramatiek, die (naast waardering) gevaar loopt voor gebrek
Een scéne uit ‘Amsterdamned’, een film van Dick Maas.
aan inspiratie te worden versleten. Dat zou een onbillijkheid zijn, omdat er wel degelijk sprake is van talent. Een talent, dat wars is van hinderlijke opdringerigheid, maar daarom nog niet voor onmacht mag worden versleten. Een revanchering behoort onmiskenbaar tot de (reële) mogelijkheden.
Een filmer, die er duidelijk op uit is om met zijn films de goegemeente te epateren is Dick Maas. Hij heeft, afgezien van een aantal korte films en speciaal voor de televisie gemaakte produkten naam gemaakt met twee opzienbarende produkties, t.w. De lift, de met twee gouden kalveren bekroonde produkties Abel en, gevolgd door de wat grof uitgevallen boutade Flodder. Allemaal voorbeelden van een geladen werkdrift. Een drift, die zich bij voorkeur uit in rolprenten, die duidelijk gericht zijn op ‘aktie’. Dat is voor Nederland een iet of wat uitzonderlijke aanpak, omdat daar eerder een mentaliteit domineert van doe maar kalm aan, want dan doe je al gek genoeg. De film heeft als titel de veelzeggende woordspeling gekregen van Amsterdamned. Dat is een korte en bondige betiteling van het beeld dat het ‘gevaarlijke’ Amsterdam in bepaalde kringen heeft opgedrukt gekregen. Maas heeft zich hierbij onthouden van een te stereotypische dramatisering van de stad als centrum van drugsverbruik en ‘walletjes passie’. Zijn film bestrijkt de nogal makabere ontsporing van een tot misdadigheid vervallen zieke, waarbij een geesteszieke optreedt als een zaaier van verdoemenis. De stad Amsterdam is in de greep geraakt van een onbekend monster, dat het voorzien heeft op mannen en vrouwen, die zich toevallig ergens op een kade van een gracht bevinden en daar door een uit de gracht opdoemende duiker (vandaar het ‘monster’) worden gegrepen, onder water getrokken en met messteken worden afgemaakt.
Dit vormt het voorspel van een thriller, die bedoeld is om bij wijze van spreken het bloed in de aderen te doen stollen. Het monster moet en zal vernietigd worden, dat is de opdracht van de autoriteiten aan één bepaalde rechercheur Eric (overtuigend uitgebeeld via de fysionomie van Huub Stapel). Het gebeurt ook, na een opwindende (maar nauwelijks ‘opgewonden’) achtervolging door de Amsterdamse grachten. Die achtervolging wordt gekenmerkt door wisselende stemmingsbeelden van frustratie, opgewonden gevoelens van slagen en teleurstelling bij een zinloos vastlopen.