Ons Erfdeel. Jaargang 31
(1988)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 449]
| |
authenticiteit en originaliteit op het gebied van de ‘Oude Muziek’. Het is inderdaad niet veel meer dan 25 jaar geleden, dat muziekhistorici en uitvoerende musici zich diepgaand zijn gaan bezighouden met het probleem van de ‘Romantisch ingeklede’ versies van de Oude Muziek, een erfenis uit de 19e eeuw die Oude Muziek aan zijn eigen smaak en tijdgeest aanpaste. Deze musici kwamen tot de conclusie dat er heel wat moest veranderen aan de interpretatie van Oude Muziek: het kon niet langer dat de Branden-burgse concerti van Bach bombastisch door de Berliner Philharmoniker gespeeld werden. Het begrip ‘Oude Muziek’ is door de jaren heen sterk geëvolueerd waar het eertijds het uitvoeren van middeleeuwse en renaissancemuziek betrof, werd het al vlug de muziek van de baroktijd. Zonder overdrijving kan tegenwoordig gesteld worden dat het muziekliefhebbend publiek de nieuwe visie op de uitvoering van de barokmuziek al geruime tijd totaal aanvaard heeft. Sinds een vijftal jaar heeft het begrip ‘Oude Muziek’ zich nog sterker uitgebreid in de richting van het classicisme en de vroeg-romantiek. In 1988 komt men zo tot de eigenaardige constatering dat het gebied van de Oude Muziek zich uitstrekt van net voor de muziek van de prilste middeleeuwen tot en met de negende Symfonie van Beethoven. De authentieke aanpak van Mozart en Beethoven is echter nog te jong voor het grote publiek, dat blijft vasthouden aan de ‘oersterke en keiharde’ Karajan. Want om tot de Oude Muziek te behoren wordt een driedubbele eis gesteld: ten eerste, de muziek moet gespeeld worden op oude instrumenten of op verantwoorde kopieën voor het geval de oude instrumenten zelf niet beschikbaar zijn, ten tweede, naar grootte van bezetting, d.i. naar aantal uitvoerders, benadert men zo dicht mogelijk de historische ‘waarheid’; ten derde: de muziek moet ‘authentiek’
Het schilderijdetail dat sinds jaren op de folders en programmabrochures van het Festival voorkomt: detail uit het ‘Mystiek Huwelijk van de H. Catharina’ van Hans Memling.
zijn qua uitvoeringsstijl, wat betekent dat men een eigen uitvoeringswijze beoogt die volledig of zo volledig mogelijk de historisch oorspronkelijke klank en visie benadert. Dit wordt duidelijk uit theoretische studies van tractaten, handschriften en andere bronnen, zoals bijvoorbeeld feestbeschrijvingen waarin de muziek beschreven wordt naar klank en naar bezettingsgrootte. Dat de authentieke interpretatie hét subjectieve punt is van de Oude Muziek, blijkt overduidelijk uit de grote verschillen in de uitvoeringen van dezelfde composities. Dat maakt echter tegelijk het werkelijke en het actuele leven uit van de Oude Muziek nu. Het Festival van Vlaanderen Brugge is gedurende de 25 jaar van zijn bestaan steeds een afzonderlijke koers blijven varen ten opzichte van het ‘Grote Festival’ van Brussel en de Historische Steden. Brugge heeft altijd een eigen programmatie gehad, met een eigen ideologie en een eigen strategie die zeker niet stroken met die van het grote Festival. Oude Muziek centraal, maar dan wel vanaf het Gregoriaans tot en met een authentieke Beethoven. De authenticiteit als norm voor nagenoeg alle uitvoeringen had als gevolg een toeloop van mensen, enerzijds uiteraard geïnteresseerd concertpubliek maar anderzijds ook, en vooral, jongeren, die van het Brugse Festival hun vakantie maken. Daardoor kon men in Brugge in de voorbije jaren regelmatig ‘creaties van 12e tot 19e-eeuwse werken in de 20ste eeuw’ meemaken. Het festival is in feite een veelluik, met de tentoonstelling van instrumenten, met referaten en met centraal de avondconcerten en daarnaast voor de doorbijtende liefhebber ook de middagconcerten (dit jaar trouwens elke dag tijdens de gehele duur van het Festival, terwijl dat vorig jaar ophield bij het einde van de wedstrijd. Daarmee is het laatste luik ook genoemd de jaarlijkse wedstrijd, een driejaarlijkse cyclus van verschillende disciplines: orgel, clavecimbel en pianoforte, solistische instrumenten en ensembles. Ook de wedstrijd maakt het Brugse Festivalgebeuren uniek: jongere musici krijgen een kans om zich voor te stellen, de wedstrijd is een trefpunt van groten uit de wereld van de Oude Muziek door de keuze van de juryleden uit de beste vertegenwoordigers binnen de discipline die onderwerp van de wedstrijd is, door het feit dat de groten uit de Oude Muziek hun leerlingen aanzetten tot deelname aan de wedstrijd. Het aantal deelnemers elk jaar liegt er niet om: in 1987 bestond dat uit meer dan vijftig individuele kandidaten en een vijftiental ensembles; voor de orgelwedstrijd in 1985 waren er meer dan 90 inschrijvingen. Enkele namen van juryleden de laatste jaren illustreren de betekenis van deze wedstrijd: Johan Huys als voorzitter, Kenneth Gilbert, Gustav Leonhardt, Jos van Immerseel, Anthony Bailes, Barthold Kuijken, Nigel Rogers, Jordi Saval, Paul van Nevel, Stanislas Deriemaeker, Ton Koopman, Simon Preston, Xavier Darasse, René Clemencic. Uiteraard is de aanwezigheid van deze grote namen uit de wereld van de Oude Muziek telkens een sublieme | |
[pagina 450]
| |
Emma Kirkby.
aanleiding om deze mensen zelf aan het werk te horen in de concerten. De wedstrijd heeft ook de naam zeer streng te zijn: heel vaak worden niet alle prijzen en zeker niet de eerste prijzen toegekend. De wedstrijd heeft echter ook bewezen grote talenten te kunnen onderscheiden: veel jongeren, onbekend toen zij zich als wedstrijdkandidaat aanmeldden, hebben nu wereldbekende namen en zijn uitgegroeid tot vooraanstaande musici, op hun beurt juryleden van het concours. Zo waren Colin Tilney en Ton Koopman (clavecimbel) laureaat in 1968, Scott Ross (clavecimbel) in 1970, Marion Verbruggen (blokfluit) in 1972, het Amsterdams Loeki Stardust Quartet (blokfluitkwartet) in 1981, Christoph Noll (orgel) in 1985. Belgische laureaten zijn niet zo talrijk: Chris Dubois (orgel) in 1964, het ensemble ‘Les Ennemis Confus’ in 1978 en jan de Winne (traverso) in 1987. Brugge heeft ook verschillende uitvoerders en ensembles ‘ontdekt’ die nu een wereldniveau halen, zoals The Academy of Ancient Music o.l.v. Christopher Hogwood, die zelf eerder lid was van The Early Music Consort London, geleid door de betreurde David Munrow, een groep die vaak te Brugge te gast was; The Hannover Band tot voor kort o.l.v. de uitstekende violiste Monica Huggett; de trouw jaarlijks terugkerende The Consort of Musicke o.l.v. Antony Rooley met de befaamde stem van Emma Kirkby. Dat het daarbij vooral om Engelse groepen gaat, is een bekende optie van het Brugse Festival Centraal in de jubileumuitgave van het Festival, die plaats vindt van 29 juli tot 14 augustus 1988, staat ‘Brugge 25’ met als festivalopening een comedia dell'arte-spectakel: Le Nozze di Pantalone en als festivalsluiting een Banchetto musicale, een Venetiaans feestmaal met muziek. Yves Knockaert |
|