Ons Erfdeel. Jaargang 31
(1988)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdMuziekHenze-project in Arnhem In Nederland volgt men een politiek van bezuinigen. Het ene orkest verdwijnt (Utrechts Symfonie Orkest), het andere gaat op in een groter verband (combinatie van twee noordelijke orkesten) en wat overblijft moet inleveren, zodat het spelen van het grote repertoire steeds moeilijker wordt. Het Gelders Orkest, dat de dans van opheffen dan wel samengaan wist te ontspringen, toonde aan dat het wel degelijk een functie kan hebben in die zin, dat men een aanvulling biedt op het repertoire van de randstedelijke orkesten. Het bood een project gewijd aan Hans Werner Henze. Henze valt tussen de wal en het schip. Tussen de wal van het ijzeren repertoire en het schip dat op avontuur uitvaart. Met andere woorden: Henze is te modern voor het reguliere concertbedrijf en te ‘verdacht’ romantisch voor het avantgarde-circuit. De strenge serialsten kozen in de jaren vijftig voor een oriëntatie op Webern, maar Henze opteerde voor de meer broeierige en pathetische klankwereld van Schönberg. Over zijn vakmanschap kan in ieder geval geen misverstand bestaan, dat dwingt bewondering af, zeker waar het zijn opera's of filmmuziek betreft. Dat men in Arnhem een vijftal films vertoonde met muziek van Henze zegt voldoende: Henze is een beeldend componist met onbetwiste theater-affiniteit. In zijn voorkeuren toont hij zich een estheet, uit op verzadigde klankpracht en geraffineerde (surrealistische) timbres. Daarom was het des te verrassender om hem te horen uitpakken in de traditie van Kurt Weill met politieke songs in hardere kleuren. Dat maakte van Voices (een verzameling liederen voor twee zangstemmen en diverse groepen van instrumenten uit 1973) iets bijzonders, want het bloed kroop waar het niet gaan kon: proletarische instrumenten als klarinet en trombone werden solistisch ingezet, maar zinverrukkende klankweelde ontbrak evenmin! Voices werd vertolkt door het Schönberg Ensemble onder leiding van Reinbert de Leeuw, waarbij elk lied exact naar zijn karakter werd gemodelleerd. Maar ook de uitvoering van Henzes pianoconcert, onder de titel Tristan, preludes voor piano, geluidsband en orkest uit het zelfde jaar (een Nederlandse première) bleek Jac. van Steen voortreffelijk te hebben voorbereid: pianist Homero Francesch en het Gelders Orkest musiceerden uiterst gemotiveerd, met grote inzet. Een meer complex werk, om niet te zeggen brokkelige melodramatische collage in de stijl van | |
[pagina 448]
| |
Wagner, Mahler en Schonberg (ook met letterlijke citaten), tegen de kitsch aan, op te vatten als één grandioze treurzang om het verloren geluk. Van alles brengt Henze er in aan de orde, tot aan de dood van zowel Ingeborg Bachman, W.H Auden als Salvador Allende! Over beeldend gesproken! Met deze plastische uitvoering revancheerde het Gelders Orkest zich voor de wat bloedeloze presentatie van muziek van Wagner die er aan vooraf ging: in meer oratorium- dan opera-stijl. Ernst Vermeulen |
|