De Islandsuite, het vervolg
De Islandsuite is één van de meest prestigieuze volksmuziekprojecten geweest in het Nederlandstalige gebied. De Islandsuite evoceerde de IJslandvisserij vanuit Duinkerke en Nieuwpoort, met als muzikale basis een aantal volksliederen uit FransVlaanderen. De beste artiesten uit het Vlaamse volksmuziekcircuit werkten eraan mee. Zowel de suite als de plaat van de suite kregen nu een vervolg.
Wat betreft de plaat lag dat voor de hand. Omdat de Islandsuite maar 45 minuten duurde en een dergelijke, dure produktie avondvullend moest zijn wou ze enigszins verkocht worden, werd vrijwel onmiddellijk een voorprogramma gemaakt met zeemansliederen. Een keuze daaruit is op plaat gezet. In tegenstelling tot de Islandsuite zijn de bronnen voor deze plaat veel ruimer. Slechts één lied komt uit het FransVlaamse liedboek van Edmond de Coussemaker. Verder levert vooral Noord-Nederland nogal wat materiaal. Nederland is trouwens altijd een veel belangrijker zeenatie geweest dan Vlaanderen. Enkele artiesten deden op deze plaat zogenaamde klassieken uit hun eigen repertoire nog eens over met het Islandensemble. Wannes van de Velde zingt De Zeeman, Alfred en Kristien den Ouden het Zeeuwse volkslied Zondagmorgen toen kregen we de loods aan boord en Dirk van Esbroeck zingt Angustia, een gedicht van Jan Slauerhoff dat bijzonder mooi op muziek is gezet. Tenslotte zijn er wat de Engelsen ‘sea-shanties’ noemen. Het zijn ritmische liederen die gezongen werden tijdens het werk op het schip of in de haven, met de bedoeling het werk in een strak en snel ritme te houden. Omdat vanuit onze gewesten niet zo veel grote zeeschepen vertrokken én omdat het Engels sinds de 17e eeuw de internationale scheepstaal is, zijn Nederlandstalige shanties erg schaars. De bekendste is Daar was laatst een meisje loos, al wordt dat maar zelden in de pure shanty-vorm gezonden. De plaat Wat lijdt den zeeman al verdriet is een BRT-uitgave.
Als suite kreeg de Islandsuite ook een vervolg. Deze keer gaat men niet op zee, maar wel honderden meter onder de grond. Het Zwarte Goud is een volksliederensuite over het werk en het leven in en om de steenkoolmijnen. Van de westkust naar Limburg? Nee, toch niet. Het Zwarte Goud is in vele opzichten een internationale produktie. BRT-1-producer Dree Peeremans beperkte zich niet tot één liedboek en zelfs niet tot de Vlaamse of Nederlandse muziektraditie. Hij koos ook Engelse, Schotse, Franse, Italiaanse en Zuidamerikaanse liederen over mijnwerkers en zelfs de recente popsong The Blackseam van Sting. Het mooie is dat hij daarvoor steeds de geknipte mensen vond in Vlaanderen: Wannes van de Velde en Dirk van Esbroeck, dat spreekt voor zich. Maar Dirk en zijn vaste begeleider Juan Massondo vertolken ook de Argentijnse liederen. De Franse nummers worden uitgevoerd door de in Brussel wonende Parijse muzetteaccordeonist Maurice le Gaulois. De Brusselse Ier Pat Kilbride zingt op zijn beurt alle Engelse liederen. Het Zwarte Goud ging in première in de schaduw van de mijnschacht van HeusdenZolder. Het is echter duidelijk dat dit de suite is van alle mijnwerkers waar ook ter wereld, die begrepen zal worden in welk land dan ook dat met steenkool- of andere mijnen te maken heeft. De suite zal een jaar lang op toernee gaan door Vlaanderen en Nederland en de eerste opnames met het oog op een plaat zijn al gemaakt.
Wim Chielens