Delta Ensemble met première van Klaas de Vries
Het komt niet vaak voor, dat een programma zo is samengesteld, dat je je er al maanden te voren op verheugt. Zo'n programma, opgebouwd als één compositie, schitterend uitgebalanceerd en vol boeiende en zinvolle tegenstellingen bood het Delta Ensemble. Als centrale compositie werd een nieuw werk van Klaas de Vries uitgevoerd (première op 23 januari 1988 in het Stedelijk Museum te Amsterdam), gelardeerd met de Mis van Machaut, polyfone 10e-eeuwee muziek uit Georgië enerzijds en eigentijdse werken van joep Franssens, Arvo Part en Colin Mc Phee anderzijds.
Diafonía, la creación voor twee zangstemmen en orkest schreef De Vries naar een schep-pingsmythe van de MakiritareIndianen. ‘God droomde de Vrouw en de Man, terwijl hij in wolken tabaksrook gehuld zong en de sambaballen ritmisch schudde, en hij voelde zich zowel gelukkig als huiverig door de twijfel en het mysterie.’ Maar in De Vries' prikkelende en pakkende partituur heerst geen twijfel, de klank tendeert naar majeur, motoriek is troef, de vorm is eenvoudig ABAB. Een aardse, rituele en vooral vrolijke muziek. Het mooist vond ik de zang, waarin scherpe secundes herinneren aan magische Balkanmuziek.
De cantate is echter nog maar voor de helft voltooid, vol spanning wachten we af! De enorme geestdrift die het werk losmaakte, gold in niet geringe mate ook de uitvoering.
Ernst Vermeulen