Ons Erfdeel. Jaargang 29
(1986)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 787]
| |
delphia, een stad die in het verleden al bekend stond als een van de meest tolerante en kosmopolitische Amerikaanse koloniale nederzettingen. Deze ‘City of Brotherly love’ werd in 1682 gesticht aan de monding van de Delaware river door een Quaker, William Penn, en was, dank zij haar centrale ligging aan de Noordoostkust, ongeveer halfweg tussen New York en Washington, lang de hoofdstad van de Verenigde Staten: de onafhankelijkheidsverklaring werd dáár ondertekend in 1776. Een niet onbelangrijk detail: de eerste ‘settlers’ in Philadelphia waren - evenals dat te New York het geval was - Nederlanders. ‘Philly’ bestaat in feite uit verschillende aan elkaar gegroeide steden of grote wijken - samen goed voor 130 vierkante mijl en meer dan 4 miljoen inwoners (waarvan 1,7 in ‘Center City’), wat op de onvoorbereide bezoeker een overweldigende indruk maakt. Niet minder imponerend is het feit dat Penn - zoals University of Pennsylvania altijd wordt genoemd - slechts één van de vijfgrote universiteiten van de stad is (naast ‘kleinere’ universiteiten zijn er ook ontelbare ‘colleges’ die slechts een ‘korte’ universitaire opleiding bieden). Penn is een privé-universiteit, d.w.z. dat studenten er astronomische bedragen neertellen voor een exclusieve opleiding (tot 600.000 BF - f 35.000 - inschrijvingsgeld alléén). Hierbij hoort, sedert 1976 officieel, een ‘Dutch Studies Program’ onder de energieke leiding van Mevr. Gertrude Reichenbach, een Nederlandse van origine. De gestructureerde cursussen in klasseverband werden in 1982 op haar initiatief aangevuld met een lezingenreeks 's avonds; dit naar aanleiding van het tweehonderdjarig bestaan van de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en de Verenigde Staten. Prinses Margriet der Nederlanden opende bij diezelfde gelegenheid een tentoonstelling van boeken uit de rijke Elseviercollectie, aanwezig in de universiteitsbibliotheek; een andere hoge gast in deze lezingenreeks was de toenmalige minister-president Dries van Agt. De meest diverse onderwerpen kwamen er aan bod, met de bedoeling niet alleen te herinneren aan de betrekkingen in het verleden, maar ook inzicht te bieden in recente ontwikkelingen op artistiek, politiek, economisch, sociaal en godsdienstig gebied in de Nederlanden.Ga naar eind(1) Eveneens op initiatief van Mevr. Reichenbach werd in Penn vanaf 1984 (officieel sedert 1985) een gastprofessoraat Nederlands geïnstalleerd, gesubsidieerd door het Belgische Commissariaat Generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking. Model voor deze belangrijke verwezenlijking stond de volledige opleiding Nederlands aan de University of California te Berkeley (een ‘State’ University!), waar Johan P. Snapper titularis is van de Koningin Beatrix leerstoel, terwijl daarnaast plaats is voor een door België ‘geschonken’ P.P. Rubens leerstoel, ‘bezet’ door Belgische gasthoogleraren of -docenten, afwisselend afkomstig van verschillende universiteiten.Ga naar eind(2) Aan Philadelphia werd het Belgische gastprofessoraat toegekend (genaamd Pieter Bruegel leerstoel), maar de Nederlandse regering is tot dusver in gebreke gebleven om de analogie compleet te maken (b.v. met een permanent te bezetten Prinses Margriet leerstoel). De studenten van Penn kunnen dus nog altijd niet afstuderen met Nederlands als hoofdvak: de opleiding blijft een onderdeel van de studie Duits.Ga naar eind(3) Toch bestaat er te Penn, onder de bezielende invloed van Mevr. Reichenbach, zeer veel belangstelling voor het Nederlands: meer dan 20 studenten melden zich jaarlijks aan voor een initiatiecursus. Maar zelfs voor de twee gespecialiseerde cursussen die ik tijdens het ‘Spring semester’ 1986 doceerde in het kader van de Bruegel leerstoel, was de belangstelling vrij groot. Voor de cursus Neth 457 - The Culture and History of the Low Countries, waren tien studenten officieel ingeschreven - wat een hoog quorum is voor een volgens Amerikaanse normen ongetwijfeld buitenissig vak. Vijf studenten volgden het vak zelfs voor ‘credit’ (examenvak). Ze waren vooral geïnteresseerd in de 16e-eeuwse geschiedenis en de oorzaken van de scheiding van de Nederlanden. Voor de in het Nederlands gedoceerde cursus Neth 458, over de Max Havelaar, meldden zich o.m. een historicus, een studente economie, een kunsthistorica, een student geneeskunde (jawel) en enkele faculty members aan. Groot was mijn verbazing toen bleek dat deze studenten werkelijk in staat waren het toch vrij moeilijke Nederlands van Multatuli zelfstandig te lezen en in de klas te bespreken. Nog groter was mijn verbazing toen een openbare lezing over hetzelfde onderwerp, gevolgd door het tonen van de film, een publiek bleek te trekken van ca. 150 mensen. Het was duidelijk: dit Dutch Studies program vormt een vitaal onderdeel van het academische leven; in dit milieu zijn alle elementen aanwezig om een stimulerend uitwisselingsprogramma (dat al bestaat met Leuven) verder te ontwikkelen en uit te breiden.
Anne Marie Musschoot |
|