‘De wisselwachter’ van Jos Stelling, met Stéphane Excoffier, Ton van Dort, John Kraaykamp, Josse de Pauw.
het bewijs levert, dat hij de meest beeldrijke filmer is -althans op het gebied van de speelfilm - die Nederland kent. Stelling is als filmer een auto-didact, die mede daarom larie heeft aan vigerende theorieën en zich daar ook niet om hoeft te bekommeren, om door de gevestigden voor vol te worden aangezien. Hij filmt per film en niet per theorie. Hij kan ‘gemakkelijk’ filmen, zoals in zijn debuut
Mariken van Nieumeghen, hij kan ook surrealistisch filmen, met een fantasierijke overstijging van de werkelijkheid, zoals in
De illusionist waarin ook het bizarre talent van Freek de Jonge een aandeel heeft gehad. Alhoewel de filmtoon duidelijk zijn oorsprong in Stellings talent voor filmdramatiek heeft gelegen. Ook daar bepaalde de onnavolgbare en indringende beeldwerking de inhoud van het... ja, meer het irrealistische gegeven dan het verhaal.
In De wisselwachter geeft Stelling een fascinerende vermenging te zien van beide dramatische elementen: ireëel gegeven en realistisch verhaal.
Alles speelt zich af in de mystische en mystificerende wereld tussen droom en werkelijkheid in. De droom wordt door de mystificerende inwerking van een schijnbaar gegeven werkelijkheid een nachtmerrie. De nachtmerrie kan weer verhelderen tot een mystische tevredenheid, waarin de grenzen tussen dood en leven, tussen zijn en niet zijn vervagen. Dit ingewikkelde geheel is door Jos Stelling vastgelegd in het gegeven: het verhaal van een jonge vrouw in een trein, die ingeslapen is op het moment, dat de trein stopt bij een wisselwachtershuisje, plotseling opgedoemd in een verlaten sneeuwlandschap. Zij verlaat de trein (hier begint de mystificerende werking van de droom) en herschikt haar erotische verlangens en aangeboren angsten tot een bizarre droomrelatie met de in het huisje wonende wisselwachter. Weerzin en verlangen zijn met elkaar in gevecht, een gegeven dat Stelling naast de wisselwachter heeft verwerkt tot de figuren van een treinmachinist, een conducteur en een postbode. Zij vormen de mystificerende onderdelen van het spel, dat door dood, erotiek en leven in elk bestaan wordt meegemaakt. Het meest in onbegrepen angsten (de nachtmerrie), bij gelegenheid ook in mystisch en geruststellend dromen. Dan kan de trein (het bestaan) weer naar een nieuwe wisselstand vertrekken. De vrouw in de trein ontwaakt. Op tocht naar een andere onbekende horizon.
Een film die ik warm aanbeveel.
D. Ouwendijk