Beeldende kunst
Elizabeth de Vaal.
Het geheel en de delen
Elizabeth de Vaal werd in 1950 in Rotterdam geboren. In die stad volgde ze van 1970 tot 1975 een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten. Daarna werkte ze nog twee jaar op Ateliers '63 in Haarlem, samen met onder andere Marlene Dumas en Cécile van der Heyden. Sinds 1977 oefent ze met redelijk veel succes het beroep van beeldend kunstenares uit. Zo won ze al in 1978 de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst en kreeg ze in 1981 de zogenaamde ‘Kunstbeeldprijs’. Sinds enkele jaren geeft Elizabeth de Vaal één dag per week les op de Academie voor Beeldende vorming in Tilburg. In het afgelopen jaar werden er exposities van haar werk georganiseerd in het Gemeentemuseum Arnhem, Het Centraal Museum in Utrecht en in de Weteringgalerie in Amsterdam, waar haar werk regelmatig getoond en verkocht wordt. Na haar opleiding bij Ateliers '63 woonde ze in Amsterdam, maar sinds enkele jaren woont en werkt ze in Zutphen.
Uit de reacties die op haar exposities volgden blijkt hoe moeilijk het is een oordeel te vormen over het werk van Elizabeth de Vaal. De kritieken variëerden van zeer lovend tot kritisch. Er lijkt in Nederland een grote onzekerheid te bestaan over de kwaliteit van het werk, wat niet verbazend is. Wie op zoek is naar goed in de markt liggende kunst, kunst die in de mode is, is bij Elizabeth de Vaal op het verkeerde adres. Ze is zelf zeer onzeker over haar relatie met de wereld om zich heen en ze probeert door haar schilderijen, al zoekend, enig vat te krijgen op de mensen en de dingen in haar omgeving. Haar onzekerheid daarover verbergt ze niet, zeker niet in haar werk. Ze onderzoekt alle relaties al schilderend.
‘Op schilderijen en in boeken kan je je veel meer permitteren dan in de werkelijkheid.’
Zo brengt ze voorwerpen uit het verleden en het heden bij elkaar in haar schilderijen, maar ook figuratie en abstractie. Ze houdt van verhalen waarin droom en werkelijkheid in elkaar overlopen. Haar grootste belangstelling heeft de poëzie. Ze wijst in een interview in Kunstbeeld op een gedicht uit Ekelöfs Byzantijnse Trilogie in de vertaling van H.C. ten Berge en M. Törngvist:
- Habib, wil jij deze ui hebben
Een grote aarzeling overviel mij
was de vraag van mijn leven!
Verkoos ik het deel boven het geheel
of het geheel boven het deel!
zowel het deel van het geheel als het geheel
en dat die keuze niet tegenstrijdig zou zijn.
Als in deze zin de abstractie als het geheel en de figuratie als deel beschouwd worden zijn de schilderijen van Elizabeth de Vaal een prachtige illustratie van de wens die in dit gedicht geuit wordt. Ze maakt niet, zoals zoveel kunstenaars in de jaren 70 deden, een keus voor het één of het ander. Ze wil alles. Ze ziet geen rechtlijnige ontwikkeling in haar werk, maar ze ervaart het meer als een cirkelen rond de kern. Ze ligt op de loer om zo af en toe een aanval op de kern te wagen. ‘Steeds gaat het om een essentie; soms raak je daar ver vanaf en dan moet je weer opnieuw beginnen om daar dichterbij te komen. Steeds moet de spanning er zijn,
Elizabeth de Vaal, ‘Torso’, acryl op papier, 1982.
het gevoel van bijna aan de essentie te raken.’
Elizabeth de Vaal is bekend geworden met grote series torso's die doen denken aan bodybuilders of aan Griekse beelden. In andere schilderijen brengt ze Griekse vaasvormen en boormachines in één beeld samen, of, zoals in ‘Man en Emmer’ uit 1984, een naakte mannenfiguur, links in het beeld afgesneden en een emmer. In dit laatstgenoemde schilderij is de achtergrond zwart met daarin een geheimzinnige groene opening. De achtergrond is even sterk aanwezig als de andere twee elementen. In het schilderij ‘Flessehals’
Elizabeth de Vaal, ‘Flessehals’, acryl op doek, 1984.