voor: ‘Hoe ze tot schrijven zijn gekomen, en hoe ze schrijven. Wat de omstandigheden zijn die ze nodig hebben, wat de belemmeringen. Of ze denken dat ze als vrouw anders schrijven dan een man zou doen, en of dat wat uitgemaakt heeft bij het vinden van een uitgever, of in de houding van de critici. Of ze zich bewust zijn van het “onzichtbare publiek” dat meekijkt over de schouder, en hoeveel moeite ze hebben zich te weren tegen zelfcensuur’ (p. 7). Over dezelfde problematiek kwamen de schrijfsters ook in een praatgroep bijeen, in de Brakke Grond te Amsterdam, in een forum van ‘Het vrouwelijk schrijven’.
De reacties op deze vragen zijn in het boek zelf, gelukkig, zeer divers: even verschillend als de schrijfsters onderling verschillen. Renate Dorrestein gaat voorop met een knap, spiritueel en zelfrelativerend stuk vol understatement. Anderen reageren bijna louter autobiografisch-informatief (Marion Bloem, Astrid Roemer, Margaretha Ferguson), of hebben het over ‘hoe’ ze schrijven (zoals Tessa de Loo, auteur van één van de gevierde damesdebuten die afgelopen jaar zoveel ‘zure’ reacties bij de - overwegend mannelijke - kritiek los hebben gemaakt). Er zijn verhalen (metaforisch aangezet bij Hanneke van Buuren, afgewisseld met commentaar bij Hannes Meinkema), maar ook gesprekken (bewerkt, met Maria van der Steen; in interviewvorm weergegeven, met Elly de Waard). De enige Vlaamse schrijfster van de elf die hier aanwezig zijn, Monika van Paemel, is, zoals verwacht, openhartig en vinnig, en wilde ook details kwijt over de rituelen rond het schrijven (met sokken en sigaartjes).
Als geheel is dit een zeer disparaat boek, dat echter zoals alle interviewboeken en andere autobiografische teksten, interessante aanvullende informatie biedt voor het literaire bedrijf, zelfs waar poëtologische uitspraken probleemloos afgewisseld worden met weetjes over de ‘materiële’ omstandigheden van het schrijven (in de lijn van Schrijven van Jan Brokken). De inleiding van Anja Meulenbelt geeft bovendien een goed beeld van de nieuwe trend in het hedendaagse feminisme en van de (oude) heersende clichés tegenover schrijvende vrouwen. Schrijfsters die de opvattingen van het strijdbare feminisme niet delen, zoals Hella Haasse en Marga Minco, zijn in deze bundel echter afwezig.
Anne Marie Musschoot
Samenstelling anja meulenbelt, Wie weegt de woorden. De auteur en haar werk. Met bijdragen van marion bloem e.a. Amsterdam, Feministische Uitgeverij Sara, 1985, 230 p.