de verbeelding spreekt: geen bezielende redenaar, nauwelijks gevoel voor humor, die eeuwige gematigdheid, wie wordt daar warm of koud van? Maar er school in hem nu eenmaal veel wat de Nederlandse bevolking in de na-oorlogse jaren van wederopbouw toch aansprak: hij was de verpersoonlijking van oudvaderlandse deugden als eenvoud en gedegenheid, werkkracht en spaarzaamheid. Hij doet daarom een beetje denken aan de Romeinse generaal Cincinnatus die, nadat hij van de ploeg was weggeroepen om als dictator de staat te redden weer rustig terugkeerde naar zijn akkers toen de vijand verslagen was.
Verschillende boeken zijn in de afgelopen decennia al aan Drees gewijd. Stelden zijn eigen memoires wat teleur door de weinig persoonlijke toon, zij gaven daarentegen wel een gedegen overzicht van zestig jaar levenservaring. Verscheidene biografische werken voegden aan het geijkte beeld van Drees feitelijk weinig toe. Willem Drees democraat, dat thans voor ons ligt, is een tweeslachtig boek. Het bevat in ruim honderd bladzijden een overzicht door H.A. Wijnen van Drees' wordingsgang tot 1940, en biedt vervolgens in nogmaals honderd bladzijden een ‘beeldbiografie’, dat wil zeggen een verzameling foto's die Drees' leven tot op de dag van vandaag registreren. Wie een volledig levensverhaal verwacht komt dus bedrogen uit, al kan men in het illustratieve gedeelte goed terecht voor een compleet beeld van de man. Wie wel eens wat plaatjes heeft moeten verzamelen weet trouwens wat voor een moeizaam en arbeidsintensief karwei dat kan zijn. Als de ‘illustratieresearch’ zoals het colofon vermeldt, geheel verzorgd is door Wim Jonkman dat had diens naam dan ook zeker niet op de titelpagina mogen ontbreken. Nu staat het hele werk op naam van H.A. Wijnen, een politieke journalist, die overigens op bekwame wijze zijn bedoeling waar maakt een ‘reconstructie’ te geven van Drees' staatkundige denkbeelden vóór 1945. Die achtergronden komen aardig uit de verf: het politieke idealisme anno 1900, die sfeer waarin ijveraars voor stenografie, esperantisten, korfballers en geheelonthouders samen streden voor een betere wereld. Een tikkeltje romantische bevlogenheid was ook de jonge Drees waarschijnlijk niet vreemd, maar hij koos toch al Jong voor de sociaal-democratie, al bleef hij zijn leven lang bewondering voor Marx voelen. Dat de weg naar lotsverbetering voor de minder bedeelden uiteindelijk niet via revolutie maar beter via parlementaire actie kon lopen stond bij hem al vroeg voor ogen. Hoewel hij aan zijn1
socialistische denkbeelden altijd onverkort en consequent vasthield, werd hij door zijn gematigde instelling en bereidheid tot overleg in de jaren na de oorlog toch een waarlijk nationale figuur, ‘de vleesgeworden harmoniegedachte’. Als gemakkelijk toegankelijke inleiding en als overzicht van zijn intellectuele ontwikkelingsgang is Wijnens boek zeker geslaagd te noemen, en daarom aan belangstellenden aan te raden.
H. van der Hoeven
h.a. wijnen, Willem Drees democraat, Van Holkema & Warendorf, Weesp, 227 p.