De Mexicaanse Hond
Velen proberen het en weinigen slagen: theater dat iets toevoegt aan de traditie, dat een eigen en eigentijdse vorm vindt, en dat bovendien - last hut not least - blijkt te communiceren met een groot publiek.
Voor mij zijn dat de ware kenmerken van belangrijk theater. Ik heb afgelopen seizoen slechts één Nederlandse voorstelling gezien, die ik als zodanig durf te betitelen: Onnozele Kinderen van De Mexicaanse Hond.
Op zich geen verrassing. Eerst met Hauser Orkater en sinds 1980 met de afsplitsingen De Horde en De Mexicaanse Hond werd er een reputatie opgebouwd, die tot ver over de eigen landsgrenzen heen reikt. Parijs stond bijvoorbeeld in de rij voor hun bijzondere invullingen van beeldend muziektheater.
Vroegere produkties, zoals Zie de mannen vallen en Graniet leunden wat mij betreft wel eens te dicht tegen het louter ‘mooie plaatjes maken’ aan; teveel vorm, en wat te weinig inhoud.
Bij Onnozele Kinderen is het evenwicht gevonden. In hoge mate blijft het theater van scriptschrijver Alex van Warmerdam ongrijpbaar - en gelukkig maar, daarin schuilt juist de fascinerende kracht - maar de scènes prikkelen wel meer dan ooit tot het maken van inhoudelijke interpretaties.
Alex van Warmerdam speelt zelf een schilder, hij legt op een gegeven moment de verfkwast neer, neemt afstand van het doek en zegt: ‘Het schilderij dreigt abstract te worden, dat bevalt me