Ons Erfdeel. Jaargang 29

Theater

Dansjaarboek 1984-1985

Het Dansjaarboek 1984-1985, samengesteld door Jan Baart, Marc jonkers en Eva van Schaik, eindredactie Ine Rietstap met bijdragen van Bert janmaat, Isabelle Lanz en Ger van Leeuwen, is met zijn 144 bladzijden omvangrijker geworden dan het jaarboek van het seizoen daarvoor. Dit is mede te danken aan de uitgebreide activiteiten van de diverse kleinere en grotere dansgroepen in Nederland. Het boek geeft in chronologische volgorde een nauwkeurig verslag van de uitgebrachte produkties met de gebruikelijke zwart-wit actiefoto's, die het geheel tot een boeiend kijk- en documentatieboek maken. De documentatiewaarde is nog verhoogd door het aantal beschouwingen dat in het jaarboek is opgenomen. Zo is er een algemeen inleidend artikel waarin de belangrijkste gebeurtenissen op dansgebied de revue passeren zowel van de grotere gezelschappen als van de kleinere groepen. Ondanks de vele activiteiten ‘blijven de omstandigheden zorgen baren. De financiële ondersteuning voor een groot deel van het dansveld is nog steeds minimaal’, aldus een opmerking uit de inleiding. In dit verband wordt gewezen op een protestmanifestatie die gehouden werd in het Shaffy Theater in Amsterdam op 10 juni 1985 waaraan vele dansgroepen deelnamen onder het motto Tot het uiterste Bewogen.

Om het geheel beter te kunnen begeleiden en coördineren is er een nieuw instituut voor de Dans opgericht waarover de nieuwe directeur Bert janmaat bericht waarbij gewezen wordt op de huisvesting naast het Nederlands Theater instituut en het Nederlands Mime Centrum aan de Herengracht in Amsterdam en de nauwe samenwerking met deze instellingen. Wel wordt er meteen bij opgemerkt dat de middelen ontoereikend zijn en de ruimte beperkt. Ook in het artikel van Ger van Leeuwen Dans in het nauw wordt gewezen op de moeilijke omstandigheden waaronder het zgn. derde circuit moet werken. Dat zijn de kleinere groepen die hun projecten dikwijls moeilijk kunnen realiseren vanwege het uitblijven van subsidie. In een beschouwing van Isabelle Lanz wordt nader ingegaan op Buitenlandse invloed op de Nederlandse Danscultuur, waarin invloeden van uit Amerika en Europa worden genoemd hetgeen leidt tot een veelzijdige dans- en balletcultuur zonder tot imitatie te vervallen. Ook is een overzicht opgenomen van de ‘Prijzen en Onderscheidingen’ die in de danswereld zijn uitgereikt, zoals de Pierre Bayleprijs voor danskritiek aan de eindredactrice van het jaarboek Ine Rietstap, werkzaam bij het NRC-Handelsblad. De gouden Nederlandse Theaterdansprijs die werd toegekend aan Pauline Daniels voor haar programma Profiel en de zilveren prijs voor Mirjam Diedrich. In de afdeling Necrologieën worden vijf overledenen uit de Nederlandse danswereld herdacht o.a. Do van Dalsum-Mogendorf.

Het boek bevat verder een lijst van Nederlandse gezelschappen met hun repertoire waar naast de vier grootste van het eerste circuit en een zestal kleinere van het tweede circuit, tientallen groepjes uit het derde circuit in alfabetische volgorde zijn opgesomd. Een lijst van gastvoorstellingen en een uitvoerig register op naam sluiten het jaarboek af. Het geeft zo een volledige informatie over wat het seizoen 1984-1985 aan danskunst heeft geboden.

Piet Simons

Dansjaarboek 1984-1985, red. jan baart, mark jonkers, eva van schaik, eindredactie ine rietstap,Uitgeverij J.H. Gottmer, Haarlem, 1985, 144 p.