Ons Erfdeel. Jaargang 29
(1986)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdDe waarheid van Marlene Dumas‘Aan de ene kant denk ik steeds dat ik moet communiceren, meedelen wat ik goed of slecht vind, maar aan de andere kant weet ik ook dat er niet één waarheid is - en dat er maar weinig te zeggen valt’. Een typerende uitspraak voor Marlene Dumas en voor het werk dat ze maakt. Marlene Dumas werd in 1953 in Kaapstad, Zuid-Afrika, geboren. Ze volgde daar een opleiding aan de Academie voor Skone Kunsten, waarna ze in 1976 naar Nederland kwam. In Nederland ging ze naar Ateliers '63 in Haarlem, een instelling waar kunstenaars vrij kunnen werken onder het toeziend oog van enkele vermaarde leraren, zoals Jan Dibbets, Carel Visser, Toon Verhoef en Ger van Elk. Vanaf het moment dat ze deze Ateliers verliet heeft Marlene Dumas een succesvolle carrière gemaakt in Nederland en daarbuiten. Haar werk is ieder jaar te zien op een belangrijke expositie in Nederland en het ondergaat voortdurend verrassende veranderingen. | |
1974-1985Marlene Dumas' werk gaat over zulke algemene onderwerpen als passie en haat, dood en leven, schuld en onschuld. Doordat ze deze thema's altijd benadert vanuit een strikt persoonlijk standpunt maken de werken echter een allesbehalve algemene indruk. Haar vroege werk ziet er letterlijk verscheurd uit. Ze gebruikt collage-achtige technieken, gebruikt vele materialen zoals potlood, krijt en verf om tot het eindresultaat te komen. In de loop van de tijd komen er in haar werk steeds meer figuratieve elementen naar voren. In eerste instantie staan deze figuraties geisoleerd naast de abstracte elementen. Zo bestonden de titels van de werken ook gelijkwaardig naast de beelden. Een goed voorbeeld daarvan is het werk uit 1974, waarbij in een kleine ruimte twee zwarte banen in twee hoeken waren geschilderd. De titel ervan was Sculpture to keep the walls from falling down. Je zou kunnen zeggen dat de titel hier dezelfde functie heeft als de figuratie in de latere werken. Het werk Victoria Falls uit 1983 was te zien op een expositie bij Paul Andriesse in Amsterdam; de tentoonstelling droeg als titel Unsatisfied desire en kon min of meer beschouwd worden als één geheel. De werken waren met veel overleg in relatie tot elkaar opgehangen. Op een wand ergens in de galerie hing een tekst die als volgt luidde: ANOTHER DEATH at Victoria Falls in Zimbabwe followed a marital row. The couple fell over the edge at this beautiful tourist spot while they were quarrelling. The woman died, but her husband survived the 335 ft plunge. This is the fourth death at the Falls this year. In dit werk zijn veel formele en thematische uitgangspunten die | |
[pagina 608]
| |
het werk van Dumas bepalen terug te vinden. Zo kan het middenpaneel, de waterval, gezien worden als een ‘atmosfeerstrook’ die ze in veel werk gebruikte. Het is in dit geval een foto, maar werk als abstract, diffuus middenstuk, als een rustpunt in het werk. In de twee andere panelen past ze collagetechnieken toe. De titel Victoria Falls zegt niet zo erg veel behalve een plaatsaanduiding. De tekst van het krantenbericht daarentegen lijkt te gaan over dit werk hoewel niet duidelijk is dat het bedoeld is als onderdeel van het werk. Zo letterlijk zou Dumas nooit worden. Een veel voorkomend thema in haar werk en ook hier is de zeemeermin, een symbool voor een fatale vrouw die mannen verleidt en ze daarna vernietigt. Onderin het onderste paneel staat geschreven: ‘The mermaid refuses to destroy him’, waarbij de vraag al snel opkomt: wie is nu eigenlijk het slachtoffer, de verdronken vrouw of de man, wiens lot in handen ligt van de zeemeermin? In de vermelde ‘marital row’ komt het thema van de passie naar voren. Zelf zegt Dumas: ‘My best works are erotic displays of mental confusions’. Het letterlijk verscheurde uiterlijk van het werk zou kunnen duiden op de enorme breuk in haar leven die ze, zoals iedereen ervoer toen ze haar kinderlijke onschuld verloor en zich bewust werd van haar eigen situatie. Een leven als blanke in Zuid-Afrika maakt die breuk natuurlijk een stuk gecompliceerder, roept sterker vragen op naar schuld en onschuld, goed en kwaad. De onzekerheid over wat nu waar is en wat niet, is in Dumas' geval bijzonder groot. Zo stelt ze iedere uitspraak, of die nu over formele of morele kwesties gaat, ter discussie, voor zichzelf en voor anderen. | |
PortrettenIn haar laatste expositie bij haar galerie Paul Andriesse liet Marlene Dumas tot ieders verrassing geschilderde portretten zien.
Marlene Dumas, ‘Genetiese heimwee’, olieverf op linnen, 130 × 110 cm, 1984, Van Abbe Museum, Eindhoven.
Realistische portretten op een zeer expressionistische wijze geschilderd. Vooral de kleur van de portretten springt sterk in het oog. In deze portretten lijkt ze één van de door haar voortdurend gestelde vragen ‘kan ik een expressionist zijn zonder op een expressionistische wijze te schilderen’ positief te beantwoorden. Ze zegt zelf over het feit dat ze weer is gaan schilderen: ‘...Ik ben pas weer gaan schilderen toen ik mijn houding ten opzichte van de schilderkunst had bepaald’.Ga naar eind(3) En over de portretten zelf die onder andere haar familieleden verbeelden: ‘Mijn portretten zijn meer bezweringen, pogingen om bepaalde zaken van me af te zetten - conflicten maar ook stellingen van andere mensen. Ik houd mij in feite bezig met onplezierige emoties, met stoornissen. Die belangstelling voor relaties tussen mensen in het algemeen en stoornissen in het bijzonder zal wel te maken hebben met de relatieproblematiek van Zuid-Afrika’. De portretten zien er zeer melancholiek uit. Ze lijken een intens verlangen naar de verloren eenheid uit haar jeugd uit te drukken.
Anneke Oele | |
[pagina 609]
| |
Literatuur:alied ottevanger, Marlene Dumas, in Metropolis M, jg. 2, nr. 5 (juli 1981), pp. 30-50. |
|