Een Vlaamse kasteeldame
Wie niet bij tijd en wijle de auteur tegen het lijf liep en hem in lyrische bewoordingen over zijn ‘châtelaine’ hoorde spreken, zal niet onmiddellijk weten om wie het hier gaat. Welk overzicht van de Vlaamse Beweging in Frans-Vlaanderen vermeldt haar naam? Weinige, terwijl het aan zulke overzichten toch bepaald niet ontbreekt.
Toch was deze dame de biografie, die Defoort aan haar wijdde, ten volle waard. Eigenlijk is het geen biografie. Het is een ineenvloeien van teksten van M.-T. Ie Boucq de Ternas zelf en van commentaar, bepiegeling en uitleg van Defoort. Dat verklaart het feit waarom dit boek toch terecht kon komen in de reeks ‘Documents’ van Les Editions des Beffrois - Westhoek-Editions.
Laten we de intrigerende dame even voorstellen. Ze werd geboren en groeide op te Niepkerke in een klein-adellijk milieu dat leek op en bindingen had met de Cleenewercks op de Zwarteberg, dus met de familie waaruit M. Yourcenar stamde.
De periode van haar geboorte (1873), de Derde Republiek en haar stand voorspellen al, hoe het ideeënpakket eruit zag, waarmee ze werd opgevoed: totale afwijzing van het grootste evenement dat de Franse geschiedenis had gekend, de Revolutie van 1789, en dus het aanhangen van het ideaal van de sociale ordening en de juridische discriminatie, die het Ancien Régime had gekend.
Een rechtse houding (Le Figaro van het begin tot het eind), gekarakteriseerd door politiek conservatisme en diep ingeworteld katholicisme, bepaalde haar hele leven. Een constante dus, die echter ingevuld werd op verschillende manieren, in de mate waarin de Derde Republiek tijdens het Interbellum laveerde tussen de Action française en het Volksfront, gevolgd werd door Vichy, de totale bezetting van het Franse grondgebied, de bevrijding, de Vierde en uiteindelijk de Vijfde Republiek
Een van de krachtlijnen van haast honderd jaar recente geschiedenis is de druk van het centralistische Frankrijk op de perifere gebieden met de bedoeling hun eigenheid te vernietigen.
De charme van het boek ligt juist in de wijze waarop deze periode gevolgd wordt door een intelligente en vitale vrouw. Ze was door haar vader, al vanaf jeugdige leeftijd, geboeid geraakt door de eigenheid van haar streek. Ze had oor voor de taalkundige verhoudingen op het kasteel, waar de heren Frans spraken en het dienstpersoneel het Picardische of Vlaamse dialect. Haar huwelijk met een standsgenoot uit de Languedoc, een andere marginale streek, bestendigde haar feeling voor dit soort zaken. Het stimuleerde haar Noordfrans regionalisme, dat Vlaamsgezind werd: via het matte ‘Comité flamand de France’ naar het ‘Vlaamsch Verbond’, gedomineerd door J.-M. Gantois. Het gaf haar echter ook afstandelijkheid: ze wist wel, dat niet alle Mediterranen decadente lieden waren, die het Frankisch element uit Frankrijk hadden gebannen. In haar zat het probleem verankerd van het nationaliteitsgevoel: française was ze, op die momenten waarop ze zich met de Franse staat kon identificeren; Vlaamse, wanneer die voorwaarde niet was vervuld. Haar Vlaams regionalisme is zeker in ruimte mate te verklaren door heimwee naar het Noorden, waarnaar ze vaak terugkeerde om haar bezit te beheren. De afstand gaf echter ook wel naïeve trekjes aan haar optreden: Gantois was voor, tijdens en ook na de oorlog nog haar filterende informant. En toch treft het telkens weer opnieuw hoe intelligent ‘la châtelaine’ reageerde, tot aan haar dood toe.
Het is een bijzonder aantrekkelijk boek, dat in een vlot, ietwat barok Frans is geschreven. Het zal door enkelen niet zonder wrevel worden gelezen: het is niet alleen een boek over le Boucq de Ternas, het is ook een boek over Gantois. Defoort is niet spaarzaam met zijn oordelen, maar ze zijn gefundeerd. Het is het recht van een historicus er een duidelijke stelling op na te houden en wie kan dat i.v.m. Gantois beter dan Defoort.
Dit boek is een ‘must’ voor wie geïnteresseerd is in de Franse geschiedenis, het Frans regionalisme en de Vlaamse Beweging; het is aan te raden voor wie in de ban raakte van M. Yourcenar en haar Archives du Nord en algemeen voor wie vindt dat van een historisch boek met dimensie meer charme uitgaat dan van een historisch detectiveverhaal.
Ludo Milis
eric defoort, Une châtelaine flamande. Marie-Thérèse le Boucq de Ternas 1873-1961, Les Editions des Beffrois, Collection ‘Documents’, Duinkerke,1985, 123 pp.